Brassica oleracea convar. capitata var. alba subvar. conica
Spitzkohl, Spitzkraut (Duits); Sweetheart cabbage (Engels); (Frans); (Italiaans); (Spaans)
Historie
De historie van spitskool is vaag. Enerzijds wordt gezegd dat deze soort vermoedelijk uit China stamt en in de 19eeeuw naar Europa is gebracht. Anderzijds wordt van spitskoolsoorten gerept die al vierhonderd jaar geleden in Europa zijn ontstaan (Filderkraut). Hoeveel zijden telt een kool? Ze is rond. Dus oneindig veel. Spitskool is conisch, dus iets minder. Want, wederom anderzijds, wordt namelijk gemeld dat spitskool al bij de Kelten bekend was. Dat betekent: Ierland, Bretagne, zuidelijk Engeland, Wales. (In zuid Engeland groeien wilde koolsoorten op de kalkgronden.)
Sluitkolen, waartoe de spitskool wordt gerekend, werden al 600 voor Chr. in cultuur gebracht. Al ruim voor de Middeleeuwen was de witte kool in de Lage Landen bekend. Zegt de een op Internet. Maarrrrr…. het niet onaanzienlijke Planten voor Dagelijks Gebruik [3] schrijft dat sluitkolen, dus kropvorming, pas in de 12e eeuw of later ontstond.
Culinair
Spitskool is een sluitkool (in tegenstelling tot bladkolen, zoals boerenkool). De meeste sluitkolen zijn wintergroenten. Spitskool is lichter, heeft een kortere teelttijd en is daardoor eerder een voorjaars en zomergroenten.
Spitskool is lekker en licht. Daardoor rauw ook geschikt voor salades.
De kern van de kool wordt over het algemeen eruit gesneden. (Door midden snijden en dan de kern/het stammetje uit de kool snijden.)
Bewaren
Hooguit een week in de koelkast. Je kunt er volgens VELT [2] zuurkool van maken. We hebben het eens geprobeerd, maar dat was geen succes – in tegenstelling tot witte kool. Dit kan overigens afhankelijk zijn van het ras. Want van Filderkraut is bekend dat ze voor zuurkool wordt gebruikt.
Voedingswaarde
Per 100 gram:
caloriën | laag |
mineralen | zeer rijk (calcium, zwavel, enz.) |
vitamine C | zeer veel – tot 150 mg |
Teelt
Spitskool stelt minder hoge eisen dan bijv. witte kool en is daardoor goed op armere grond, zoals zandgrond, te telen. We behandelen spitskool hier als een (late) voorjaars- c.q. zomergroente.
Zaaien | in februari onder glas (voor oogst in de late lente) |
Uitplanten | koud glas: eind maart / begin april |
Oogst | vanaf tweede helft juni |
Plantafstand: 40 cm in de rij; 40 cm tussen de rijen.
Water: In principe hoeft dit niet, maar om scheuren en barsten te voorkomen is gelijkmatig beregenen aan te bevelen.
Bemesting
Zeer veel compost c.q. mest.
Goed bekalken helpt de voedselopname.
Kalium geeft een steviger blad (veel compost zorgt daarvoor).
Te veel stikstof versnelt de groei en dat is – bij de echte sluitkolen – niet goed voor de bewaarbaarheid.
VELT [2] adviseert om de plantgaten te vullen met: 10 delen compost, 1 deel koemest, ½ deel betoniet; ½ deel houtas; 0,1 deel kalk. "Vul de putjes weer en plant de zaailingen op de verbeterde plekjes uit."
-
Bodem & standplaats
Kan op lichte gronden worden geteeld, mits er voldoende voeding aanwezig is (zie hierboven). Kan zelfs in de half-schaduw.
Rassen
Oude rassen:
Filderkraut (vermoedelijk in de 16e eeuw in het klooster te Nellingen, in de streek Filder, thans in de Duitse deelstaat Baden-Würtenberg, ontstaan. Filderkraut wordt voor zuurkool gebruikt.)
Express
Nieuwe rassen:
Voornamelijk hybride F1. Als je de kolen niet ineens oogst, mijdt Hispi F1. Deze scheurt snel.
Caramba F1; Capehorn F1; Spitfire F1 (zomer en herfst)
Winterteelt: Excel F1 en Prospera F1
Zaadteelt
Soorten kruisen te makkelijk. Kolen worden door insecten bestoven en dan moet je er zeker van zijn dat binnen 1 km geen andere soorten staan.
Ziekten en belagers
Als bij andere kolen: witte vlieg, koolvlieg (gebruik koolkragen: stuk asfaltpapier of tapijt op de aarde rond de stam), koolwitjes en dan met name de rupsen. Meeldauw. Knolvoet, een zeer infectueuze bodemschimmel, die verdikkingen aan de wortel(s) veroorzaakt.
Tot en met 2007 hebben wij geen significante last gehad van al deze aandoeningen. Tussen de kolen planten we agastache cana (anijsplant) die met zijn typische geur de koollucht moet verdoezelen om zo koolminnende insecten te misleiden. Een enkele keer moeten we rupsen plukken. Dat wel.
Bij spitskolen bestaat ook de kans dat regenwormen en slakken zich in de "holle" ruimten onder in de plant nestelen. En rupsen zich letterlijk invreten.
Scheuren of barsten: als na een periode van droogte regen valt, wordt de druk van binnenuit (te) groot. De ene kool is er gevoeliger voor dan de ander. En als rupsen hier en daar wat aantasting hebben gepleegd, wil het daar ook wat sneller barsten.