Recepten met blaassilene

Blaassilene

Silene vulgaris synoniem: S. cucubalus – voorheen S. inflata

Blaassilene (Nederlands); bladder camion, cow bell, rattleweed, maiden’s tears (Engels); Taubenkropf-Leimkraut, gewöhnliches Leimkraut, Aufgeblasense Leimkraut, Klatschnelke, Knirrkohl (Duits); claquet, silène enflé, silène commun, pétards (Frans); acoletas, berzuela, botello, collejas, conejito de campo, roya, trisco en nog veel meer namen (Spaans); stridoli, sculpit, grisol, strigoli, carletti, strisci, scrissioi, sclopit, cuiet (Italiaans) 

Voor recepten met blaassilene klikt u hier.

Stridolo - zaadzakjeWat we in de Lage Landen als – vrij zeldzame – wilde plant of onkruid ervaren, is elders een gecultiveerde groente. In Italië kochten wij alweer jaren geleden bij een zadenhandel een zakje stridolo-zaad. Uit nieuwsgierigheid. We wisten niet wat het was. Het bleek hier blaassilene te heten. We hebben in onze moestuin een veldje met deze plant en genieten er elk jaar van. Vroeg in het voorjaar is het een van de eerste groenten.


Bij ons “gewoon wild”, in Mediterrane landen, zoals Italië en Spanje maar ook op Cyprus, blijkt het een gekende groente te zijn. Noord-Amerika ervaart het als een wijdverspreid onkruid.

Over de plant

Tekening WikipediaDe Latijnse naam silene komt waarschijnlijk van het Griekse sialon, dat speeksel betekent. Het verwijst naar de kleverige afscheiding aan de stengels. (Vandaar het Duitse Leimkraut.) En/of het verwijst naar Silenus, de Griekse god van de bossen, de vergiftigde pleegvader van de god Bacchus.


De plant komt voor in de gematigde gebieden van Europa en West-Azië tot Noord-Afrika tot een hoogte van ca. 2000 meter. Maar ook, als gezegd, in Noord-Amerika en ook in Australië. In die twee continenten is het door Europese migranten meegevoerd.

Blaassilene wordt 20 cm tot 50 cm hoog. De wortels kunnen tot een meter diep reiken. Elke plant heeft een of enkele bloemstengels die, eens de bloei begint, licht knikken. Het vruchtbeginsel is opgeblazen, zie de naam blaassilene of in de oude Latijnse naam: silene inflata.
Ze lijken de hele dag te bloeien, maar ’s nachts verspreiden ze een geur om insecten te lokken.


Historie

Blaassilene - akkertje
Blaassilene – ons akkertje

Zoals bij veel andere nogal wilde planten is er niet veel boeiende historie te vinden. Blaassilene was er gewoon. Overal. En werd gegeten. Geen spectaculaire introducties via de Himalaya en Siberië naar onze contreien. Niets van dat.
In [8] staat een artikel over een vragenlijst naar wilde eetbare planten uit 1883 van de Poolse botanicus Józef Rostafinski . Daarin wordt vermeld dat in tijden van voedseltekorten in zuidelijk Polen (Galicja) de bewoners terugvallen op o.a. blaassilene.


Wikicommons - D Gordon E Robertson
Foto: Wikicommons – D. Gordon E. Robertson

Kortom, in die tijd was het een wilde groente in toenmalige Polen – thans (ook) Oekraïne.
Sturtevant’s [9] zegt o.a. dat in 1685 de oogst op Menorca bijna geheel was verloren gegaan als gevolg van een sprinkhanenplaag. Charles Pickering wordt aangehaald die in zijn Geographical Distribution of Plants (1861) zegt dat het in de gehele Levant (gebied huidige Israel, Libanon, Syrië, Jordanië) wordt gegeten.


Misschien mogen we hier uit opmaken dat blaassilene in die tijd serieus als groente werd geteeld.


Blaassilene scheut close-up
Blaassilene – jonge scheuten

In [3] staat dat op Cyprus de blaassilene, naast andere “wilde” planten, zoals vijg, rozemarijn, laurier, oregano, rucola enzovoorts gewoon in winkels en op markten wordt aangeboden. In [4] is op 4 mei 2007 een leuk onderzoek gepresenteerd. Het heet: The importance of a taste. Er werd in 21 locale gemeenschappen in Italië (noord, midden en Sardinië) 549 inwoners gevraagd welke groenten zij uit het wild verzamelden. Daaronder viel ook de blaassilene. Naast cichorei, venkel, vlier, asperge en meer. De conclusie luidt dat het verzamelen, verwerken en eten van wilde groenten nog steeds een belangrijke activiteit is in al die gebieden.

  Waarvan akte.

In [5], waar aan het onderzoek ook de University of Gastronomic Sciences uit Pollenzo, Cuneo, Italië meedeed, staat dat vandaag de dag in planten als blaassilene in Spanje wel in (moes-)tuinen worden geteeld. De onderzoekers stellen dat met name in Noord- en Oost-Europa het eten uit het wild beperkt is geraakt tot vruchten en paddenstoelen (en in Nederland vrijwel helemaal niet), maar dat in Zuid-Europese landen wilde groenten nog worden geplukt.

[7] Bevat een leuk onderzoek naar wat vandaag de dag (2013) op de markt in Dalmatië  wordt verkocht. Die treek vormt min of meer de grens tussen de Mediterrane en de Slavische wereld (die weinig wilde groenten gebruiken). De onderzoekers nemen elf markten onder de loep en interviewen 68 verkopers. De conclusie luidt dat in Dalmatië de meeste (wilde) groenten niet werden herkend. Ze spreken hun verbazing uit dat het overal in de landen rond de Middellandse Zee èn in Bosnië-Herzegovina overvloedig wordt gebruikt


Culinair

risotto met blaassilene - bosje groen

penne met blaassilene - 4


In april worden de eerste jonge scheuten al geoogst. Tot ze bloemstengels gaan vormen. Zeer jonge kunnen zo in een salade worden gebruikt; dat is overigens niet gangbaar. Niet te veel, want ze bevatten, net als bonen, saponinen. Dus even koken is beter. Bovendien zijn ze rauw niet zo smakelijk; een groensmaak, misschien iets van drop.
[16] Zegt: “De blaadjes en scheuttoppen worden milder van smaak wanneer je ze fijngewreven met wat zout laat intrekken, of er koken water overheen giet.”

Maar verwarmd in risotto, pastagerechten of omeletten zijn ze niet te versmaden. Een heerlijk aromatische geur en smaak komt vrij, die iets van citrus heeft. In veel bronnen spreekt men van de geur en smaak van peultjes.
[16] Zegt: “Je kunt ze ook door een aardappelsoep pureren, of toevoegen aan spinazie.” Dat hebben we nog niet gedaan.
Ook de wortelen zijn eetbaar.
In Spanje is het een ingrediënt in het traditionele gerecht gazpacho viudo (weduwengazpacho). Maar ook in een gerecht als potaje de garbanzos y collejas – kikkererwten met blaassilene en schapenkaas.


Bewaren

Blaassilene moet vers worden verwerkt, maar geplukt houdt het wel een dag of wat uit in een plastic zak in het groentenvak van de koelkast.

Voedingswaarde

Rauw, per 100 gram: 

calorieën
water  
eiwitten (proteïne)
vet
koolhydraten
voedingsvezel
suikers
mineralen
Vitaminen:  
vitamine A  
thiamine (B1)
caroteen  
riboflavine (B2)  
niacine (B3)  
pantotheenzuur (B5)  
vitamine B6  
folaten (totaal – B11/ B9)
cobolamines (B12)
ascorbinezuur (C) Erg veel, zie hieronder
vitamine D  
vitamine E (alfa-tocopherol)  
Vitamin K (phylloquinone)  
Aminozuren   
Lipiden:  
Verzadigde vetten  
Enkelvoudig onverzadigd  
Meervoudig onverzadigd  
Cholesterol  

Nul is ook een waarde, maar waar niets is ingevuld is onbekend. Er is dus weinig bekend of openbaar gemaakt.

De plant bevat saponinen. Volgens [1] blijkt uit voedingsgewoonten rond de Middellandse Zee dat aftreksels van het blad een gunstige uitwerking hebben op diabetes type 2. In [2] zijn resultaten van Spaans onderzoek gepubliceerd naar de voedingswaarde van wilde en minder gangbare groenten in het Middellandse Zee-gebied. Vijftien planten onderzocht. Over blaassilene staat dat het veel oxaalzuur bevat. Naast andere planten had blaassilene een zeer hoog gehalte (66-81%) aan AA (ascorbinezuur) en in totaal het hoogste gehalte aan vitamine C. De aanbeveling van dit onderzoek is dan ook dat deze resultaten in voedingsdatabanken moeten worden gevoegd om de diversiteit van ons dieet te verrijken.
In [6] is het gehalte aan antioxidanten onderzocht, en de conclusie luidt dat blaassilene een gehalte aan polyfenolen en antioxidanten heeft dat gelijk of hoger is aan dat wat in blauwe bessen of roodlof kan worden aangetroffen.
[16]”De plant geeft een licht stimulerende werking op de stofwisseling en is een vitamineleverancier.”

Teelt

Het is een vaste plant.

Zaaien Ter plekke, het zaad breed werpen. Of in het vroege voorjaar binnen in potjes voorzaaien
Uitplanten Als ze groot genoeg zijn
Oogst In het vroege voorjaar tot zich bloemstengels beginnen te vormen.

Plantafstand: n.v.t.
Water: Blaassilene houdt van droge perioden.

Bemesting

Niet. Arme grond. Misschien eens een kleine kalkgift (zacht zeewierkalk).

Bodem & standplaats

Zonnig. Verder heeft blaassilene niet veel eisen, maar een wat arme, ietwat kalkhoudende grond (niet te zuur dus) vindt ze fijn.

Rassen

n.v.t.

Zaadteelt

Na de bloei het zaad opvangen uit de bolletjes. Of laten vallen. De zaden zijn ca. 1½ mm groot, grijs en niervormig. 

Ziekten en belagers

In alle literatuur hebben we echter geen significante natuurlijke vijanden gevonden. Voedselplant voor nachtvlinders.

 

Literatuur: [1] Wikipedia (september 2013); [2]Wild vegetables of the Mediterranean area as valuable sources of bioactive compounds, Genetic Resources and Crop Evolution, March 2012, Volume 59, Issue 3, pp 431-443; [3] Journal of Ethnobiology and Ethnomedicine 2006, 2:34; [4] Journal of Ethnobiology and Ethnomedicine 2007, 3:22; [5] Acta Societatis Botanicorum Poloniae, 19.11.2012, Wild food plant use in 21st century Europe: the disappearance of old traditions and the search for new cuisines involving wild edibles; [6] Journal of Food Science, Volume 76, Issue 1, pages C46–C51, January/February 2011 [7] Journal of Ethnobiology and Ethnomedicine 2013; 9:2; [8] Wiadomości Botaniczne (Pools), 52, 2008; [9] Sturtevant’s Notes on Edible Plants (1919); [10] Wild Food, a complete guide for foragers, Roger Phillips; [11] The Oxford Companion to Food; [12]Food Plants of the World; [13] Handboek Ecologisch Tuinieren; [14] Planten voor Dagelijks Gebruik; [15] Groente & Fruit Encyclopedie; [16] Eetbare Wilde Planten, 200 soorten herkennen en gebruiken.

2 gedachten over “Blaassilene”

    • Ik zou het niet weten, volgens mij is de structuur daar niet goed van. Je houdt namelijk een bolletje gevuld met zaden over. Anders dan bij bijvoorbeeld Oost-Indische kers.

      Beantwoorden

Plaats een reactie