Demonstratietuin

Levend voorbeeld

Onze Eetbare Siertuin is opgezet als een demonstratietuin. Er staan heel veel verschillende planten in. Het is het levende voorbeeld van wat mogelijk is.


Het moet natuurlijker, het kan natuurlijker

[columns][col_one_half][/col_one_half][col_one_half]We willen laten zien wat bij u in de tuin mogelijk is. Zoals Martin Crawford op de BBC tv zegt en ook door andere deskundigen wordt dit onderschreven: de voedingswaarde per oppervlak is twee maal zo hoog en de kans op ziekten, plagen en andere ellende is door de diversiteit aan planten – en dus insecten – beduidend geringer. Als het eenmaal draait en een stabiel ecosysteem is, is het onderhoud vrijwel nihil.[/col_one_half][/columns]


Twee maal hogere voedingswaarde, minder ziekten en plagenEet eens andere bessen, bladgroen, wortels en peulen. Er is zoveel meer dan we bij de groenteafdeling van de supermarkt vinden. Bosbessen, beukennootjes en tamme kastanjes kennen we nog wel. De rest is onbekend (geworden). En wat te denken van allerlei lekkere en gezonde kruiden. Er is meer dan het bekende handjevol keukenkruiden. Waar denkt u dat het snoepgoed marshmallow zijn naam aan ontleende? Juist, de wortels van de heemst. En heemst heet in het Engels marsh mallow.


De chakra, het voedselbos, van de Kichwa in de Amazonas van Ecuador.

Agroforestry wordt het in Angelsaksische landen genoemd. Eetbare bostuin in het Nederlands. Wij noemen het Eetbare Siertuin. Polycultuur, het telen van meerdere gewassen tegelijk op eenzelfde oppervlakte, is vrij gangbaar in de (sub-)tropen. Het is een oud principe. Het wordt ook in 4000 Jaar Kringlooplandbouw genoemd.

Er is geen eenduidige definitie van polycultuur. Sommigen rekenen combinatieteelt ook tot de polycultuur. Feit is dat het de tegenpool is van monocultuur (één gewas op een akker). Monocultuur heeft weliswaar een hoge productie, maar is daardoor kwetsbaar voor plagen. Dus wordt er veel eenzijdig bemest (fosfaatproblematiek), en wordt veelvuldig insecticiden en veel pesticiden gebruikt.

Door diverse eetbare gewassen en nutsplanten (stikstofbinders, insectenlokkers) in harmonie bij elkaar te planten, ontstaat een biologisch evenwicht. Zonder bestrijdingsmiddelen, zonder externe bemesting.

Dat kan eetbaarder! Doodsaai plantsoen aan de Radioweg, Amsterdam-Watergraafsmeer – Foto: Cees Camiel, Commons Wikimedia

Plantsoenen, perken en parken in gemeenten

Stads(moes)tuinen of samentuinen zijn leuk, maar het vraagt van de deelnemers voortdurende discipline en inzet. Vaak sneuvelt een gezamenlijk initiatief na een paar jaar. Maar wat is er mooier dan wanneer gemeenten of bedrijven besluiten hun perken, plantsoenen en parken volgens het principe van een Eetbare Siertuin / eetbare bostuin in te richten? Het mes snijdt aan vele kanten:

1 Lage onderhoudskosten
Als het goed is, wordt het zelfbedruipend en is geen wezenlijk onderhoud meer nodig.
Besparing op budgetten
2 Nieuwe groenten en vruchten
We raken vervreemd van ons voedsel. In de reguliere handel zien we alleen de groenten en fruit die massaal en industrieel kunnen worden geproduceerd. Maar er zijn meer bessen dan de rode aalbes. Van zo veel planten kunnen vruchten, blad en wortelstokken worden gegeten.
(Een akkerbouwbedrijf binnen de stadgrenzen is te veel gevraagd – en bovendien monocultuur – maar wat let de gemeente om de parken aan te passen?)
Nieuwe smaken, meer voedingswaarde

 

3 De buurt geniet
Avontuurlijke mensen storten zich op de nieuwe vruchten en groenten. Maar de meeste mensen kennen schroom. Hoewel, uiteindelijk is Nederland ook voor de broccoli, paprika en olijfolie gevallen.
Wat is er mooier dan dat in een woonomgeving de buurt vrijelijk uit hun eigen perk of plantsoen kan plukken? Een beetje voorlichting is dan wel nodig – wat is wat en wat kan je er mee? Maar als er een schaap (buur) over de dam is, dan volgen er meer.
Goed voorbeeld doet goed volgen
4 Geen angst voor giftige planten
Ouders zijn bang dat hun kinderen giftige planten of bessen eten. Dat is met een eetbare beplanting niet nodig. En een polycultuurtuin behoeft nauwelijks onderhoud – zeker geen gifspuit om de aarde van onkruid te ontdoen en “mooi zwart” te houden.
Veilig en gezond
5 Zelfvoorzienendheid
Natuurlijk kan men streven om het hele jaar rond uit eigen tuin te eten. Maar ook een eetbaar perk brengt de gedachte van zelfvoorzienendheid iets dichter bij.
Een eigen voedselbank

Plaats een reactie