Puntneuzen en kersenpitten

puntneuzen-en-kersenpitten-cover-300x400‘Puntneuzen & Kersenpitten’ is een fraai vormgegeven historisch (kook-)boek dat zowel door verhalen een beeld schetst van het tijdperk waarin Jeroen Bosch leefde (1450-1516) als ook door de recepten aangeeft wat de mensen in het land toen zo ongeveer aten. Omdat het meer dan één dimensie kent is het, wat ons betreft, een boeiend en waardevol document.

Het heeft de ondertitel ‘Verhalen en recepten uit de keuken van Jeroen Bosch’. Kookte Jeroen Bosch? Misschien, dat weten we niet, maar het begrip ‘keuken’ moet wat ruimer worden gezien. Op basis van historisch onderzoek zijn recepten opgenomen, gelardeerd met vertellingen die niet alleen het tijdsbeeld kleur geven maar ook de opmaat tot een recept vormen.


We hebben dit boek met veel plezier gelezen. Het nodigt uit om met behulp van Internet de vaderlandse geschiedenis nader te onderzoeken. Leuk is dat vrijwel elk verhaal – misschien wel elk – een tip van een sluier oplicht. Of het nu de jonge Erasmus is (tijdgenoot), de grote brand in Den Bosch, de kersenpitten of wat dan ook. Alle recepten kennen een historische versie en een hedendaagse, maakbare, bewerking.

Titel Puntneuzen & Kersenpitten – Verhalen en recepten uit de keuken van Jeroen Bosch
Van Lizet Kruyff en Jeroen Thijssen
Uitgever Uitgeverij Loopvis
ISBN 978 94 92206 23 7
Verschenen september 2016
Prijs € 27,50
Verkrijgbaar bij Alle boekhandels en indien u online wenst te winkelen, raden we de Libris-webwinkel aan. Dan verdienen de boekhandels zelf ook nog iets.

Politiek-maatschappelijke Umfeld

De verleiding
Verleiding

In de inleiding wordt door de auteurs het beeld geschetst van het politieke Umfeld en de machtsverhoudingen in en rond het Hertogdom Brabant, dat vier belangrijke steden kent: Brussel, Leuven, Antwerpen en ’s-Hertogenbosch. Die laatste wordt ook Klein Rome genoemd door de vele kerken en kloosters. Steden kennen in die tijd een grote macht. We lezen hoe Jeroen Bosch opgroeit en werd zoals hij is geworden. In zijn jeugd woont hij aan de Markt in Den Bosch en ziet daar vanuit het raam van alles dat later in zijn schilderijen op een of andere manier is verwerkt.
In die dagen maakt het stedelijke voedselgilde kennelijk de dienst uit; in de omliggende landen is het leven goedkoop. Boeren mogen soms wel, soms niet aan de stad leveren. Dan zie je dat wat lokaal wordt geproduceerd wordt genegeerd en wat van ver komt lekkerder is – of om wille van macht en winstmarges naar de stad wordt gebracht. Vandaag de dag is het niet veel anders.
Grappig (….) om te lezen is hoe de goede sociale voorzieningen in de steden er voor zorgen dat veel sloebers uit Gelre, De Peel, Maasland en Holland naar Den Bosch trekken.


Historisch onderzoek

Puntneus
Puntneus

Op pagina 12 van het boek wordt uit de doeken gedaan wat het historisch onderzoek inhoudt: “Botanisch en dierlijk materiaal uit archeologisch onderzoek geeft inzicht in wat er op tafel komt in het middeleeuwse Den Bosch.” En zo is het.
Kookboeken waren er nog niet. Volgens Jacques Meerman in De Kleine Geschiedenis van de Nederlandse Keuken, verschijnen de eerste Nederlandstalige kookboeken rond 1500 (Een Notale Boeckxen van Cokerye, 1514). Dat is zo ongeveer als Jeroen Bosch overlijdt. Maar die boeken zijn leidraad voor de koks en bedienden van de welgestelden, veelal gebaseerd op Franse receptuur. Niet gericht op het volk en wat het volk eet.
De auteurs stellen dat het leven in Den Bosch niet wezenlijk anders is dan dat in Amsterdam of Gent of Brussel. Dus dat wat werd gegeten ook niet veel verschilt.


De verhalen met extra dimensie

Vraatzucht
Vraatzucht

De recepten zijn dus samengesteld op basis van allerlei verantwoorde bronnen; voor wat betreft de verhalen – door Jeroen Thijssen geschreven of bewerkt – is dit niet helemaal duidelijk.

De stijl ervan leunt op wat we onder Middeleeuws denken te verstaan en is soms verhalend, alsof door de betrokkene of een tijdgenoot het zelf vertelt.

Het zijn stuk voor stuk leuke verhalen die sfeer schetsen en raken aan de werkelijkheid. Maar ze leveren soms ook vraagtekens Want wat voor vijftiende-eeuwse tijdgenoten bekend mag worden verondersteld, is dat voor ons anno 2016 niet. Dat geldt voor de politiek-maatschappelijke situatie als ook voor woordgebruik (haakbus, lamballen et cetera) en het droppen van namen. Een beetje googlen helpt dan

. Het ontstaan van Bossche brand wordt “verklaard” (waar of niet?) en in het verhaal ‘De eerste zwanen van het jaar’ wordt duidelijk dat Jeroen Bosch eigenlijk Van Aken heette.
Het lijkt wel of in elk verhaal een aanwijzing is verstopt. Het geeft een extra dimensie aan het boek. Maar een verklarende woordenlijst achterin niet had misstaan.

Bij het ochtendkrieken kwam het bevel: oprukken naar Grave. Nou, dat was een wandeling. Het vroor, de zon scheen, er was geen wind. Die van Grave boden geen verzet, het kasteel was alleen wel gesloten. Maar dat vonden de soldaten helemaal niet erg; zelden zulke lekkere worsten gegeten als daar in Grave.

puntneuzen-en-kersenpitten-boers-binnenwerk-300x400De recepten die bij de verhalen staan zijn vrijwel allemaal goed maakbaar en bestrijken een breed spectrum: koek, drank, worst, vlees, vis, groenten. Soms, zoals bij boers binnenwerk, is de medewerking van een slager nodig. In de inleiding schrijft Lizet Kruyff dat u zelf op basis wat in het boek staat een fraai middeleeuws banket kunt samenstellen. En dat lijkt ook zo.

Achterin het boek worden de bronnen vermeld en dank geuit aan hen die behulpzaam waren. Met enige verbazing constateren we dat Joke Boon inmiddels de status heeft van ‘bonenspecialist’ – zie hier onze recensie van haar boek.


Twee recepten

Hieronder geven we twee recepten weer zoals ze (niet naast elkaar) in het boek staan. Het geeft een indruk. Pronkbonen komen uit de Nieuwe Wereld, die Christoffel Columbus pas in 1492 ontdekte. Dus dat is een anachronisme. Maar anno 2016 lijkt het erg lekker. We hadden ook voor lieve koekjes, een kruidige salade, mosterdsoep, gevulde eieren, broodbolletjes, kaaskoekjes, honingkoek, kersenmoes met boekweitpannenkoekjes, lente-uitjessoep en wat al niet meer kunnen kiezen 😉

puntneuzen-en-kersenpitten-twee-recepten

Plaats een reactie