De 45 meest geneeskrachtige groenten

Dit boek, met de ondertitel, culinaire medicijngids, gaat over groenten en met name over de vitaminen, mineralen en wat al niet meer, die over het algemeen een gunstige werking op ons lichaam hebben. De wijze waarop de boodschap wordt gebracht lijkt toegespitst op een speciale doelgroep. Het bevat ongetwijfeld zinvolle informatie, maar de gekozen toon stuit ons tegen de borst.

Dr. Geert Verhelst, auteur van het Handboek Geneeskrachtige Kruiden – en dat is werkelijk een uitmuntend boek – heeft het voorwoord geschreven. Dat geeft wel enige betekenis aan het boek. De auteur Thomas Dijkman is journalist en bovenmatig geïnteresseerd in voeding. Wij ook, dus daar is helemaal niets mis mee.

En toch komt het boek weinig professioneel over. Waarom? Misschien ligt het aan het ontwerp van de omslag. Misschien omdat er in de eerste hoofdstukken nogal weinig tot geen onderbouwde beweringen worden gedaan. Of misschien om dat er zo vaak kanker wordt genoemd – waarmee dus direct en indirect op de angst voor de verschrikkelijke K wordt ingespeeld? Misschien van alles wat.

De bronnen die worden vermeld zijn, een enkele uitzondering daargelaten, niet de bronnen die wij zouden gebruiken. Wij vallen meest terug op de oorspronkelijke wetenschappelijke onderzoeken of gebruiken naslagwerken van gerespecteerde deskundigen. Dat doet Dijkman klaarblijkelijk niet.

De tekst tart regelmatig de geloofwaardigheid, terwijl we in principe niet zouden moeten twijfelen aan de inhoud van de groentenbeschrijvingen. We kunnen u niet aanraden dit boek te kopen. Hoewel? Als dit de manier is om iemand meer groenten te laten eten, waarom niet?

Titel De 45 Meest Geneeskrachtige Groenten – De culinaire medicijngids
Van Thomas Dijkman
Uitgever Succes Boeken
ISBN 978 90798 7272 5
Verschenen november 2015 tweede druk
Prijs € 24,95
Verkrijgbaar bij Alle boekhandels en indien u online wenst te winkelen, raden we deze webwinkel aan. Hierin werken drie echte boekhandels samen: De Kler (Leiden e.o,), Kniphorst (Wageningen) en Haasbeek (Alphen a/d Rijn). Dus dan verdient de echte boekhandel ook wat.

Voorkomen is beter dan genezen

De 45 groenten die worden genoemd zijn stuk voor stuk gezond – nou ja, welke groente is ongezond? Hooguit bevatten ze niets zinvols, zoals ijsbergsla (dat vreemd genoeg wel bij de 45 staat, en waarvan de auteur zegt “‘Helaas bevat ijsbergsla niet bijzonder veel nutriënten”). Maar om de vermelde groenten geneeskrachtig te noemen, gaat ons te ver. Voorkomen is beter dan genezen en voorkomen doe je onder andere door voldoende en gevarieerd (groenten) te eten. En misschien moet je van het een wat meer of minder eten, omdat je lichaam dat vraagt. Maar genezen? Het zijn boude uitspraken die dit boek dragen.


Bronnen

Uitzonderingen daargelaten maakt de auteur vooral gebruik van bronnen die reeds gegevens hebben geïnterpreteerd. Daardoor ontstaat het gevaar dat door anderen getrokken conclusies – of zelfs aperte onwaarden – tot nieuwe conclusies leiden en zo ver van de waarheid wordt afgedreven.

Bij elke groente staan de bronnen aan het eind van de paragraaf, onder aan de bladzijde, aangegeven. Dat zijn websites. Soms Wikipedia voor verklarende uitleg en dan nog sites als WHFoods (de belangrijkste bron, lijkt het), nutrition-and-you, healthdiaries, cameochemicals (van National Oceanic and Atmospheric Administration), voedingscentrum, sterckx, Livestrong (ooit gestart door wielrenner Lance Armstrong), foodconsumer. Een deel van de gegeven links bestaat niet meer.
Wat ons betreft niet allemaal even helder en betrouwbaar. Af en toe wordt teruggevallen op een wetenschappelijke site als NCBI, National Center for Biotechnology Information.


Professor Brian Peskin

Uitermate storend is de cross selling in dit boek. Bij herhaling wordt professor Brian Peskin aangehaald die zegt dat 99,9% van de kankergevallen kunnen genezen met een combinatie van biologische oliën en dierlijke of plantaardige eiwitten. Er wordt al dan niet subtiel verwezen naar het boek ‘Het verzwegen verhaal over kanker’. Uiteraard van dezelfde uitgever. (Dan denk ik: Als dat dan zo is, waarom zijn er nog steeds kankergevallen?)
Peskin wordt enerzijds de hemel in geprezen en door anderen als oplichter weggezet (lees dit). Feit is dat de man geen medicus is en geen (echte) professor in de zin dat hij een graad en/of baan aan een universiteit heeft. Of hij is een miskend genie, of hij heeft een gewiekst verdienmodel bedacht.


Synthetische stoffen

Wij zijn er persoonlijk van overtuigd dat veel groenten en fruit eten – en dan wel biologisch – gezond is. En we zijn er ook van overtuigd dat niet een of twee stoffen goed of verkeerd zijn, maar dat het om het samenspel in ons lijf gaat, de aanleg, waarbij ons eigen DNA overigens een grote rol speelt. Dat zegt de auteur ook. Maar als hij in zijn inleiding zegt over synthetische stoffen – die dus feitelijk identiek zouden moeten zijn aan de natuurlijke stof – “Synthetica hebben altijd meer bijwerkingen” dank denk ik: Oh? Waarop is dat gebaseerd? Er zijn synthetische stoffen die natuuridentiek zijn, en er zijn er die niet van nature voorkomen. In beide categorieën zijn er die je beter kunt mijden. Oftewel: Er zijn goede E-nummers en er zijn dubieuze E-nummers. En daarover is bij Uitgeverij Bouillon! dit boekje verschenen.

Het Voedingscentrum zegt op haar website “Ons lichaam maakt geen onderscheid tussen natuurlijke of synthetische stoffen. Ze zijn dus beiden even gezond en veilig.” Ze onderbouwt deze bewering niet. Maar grappig is dat in dit boek het Voedingscentrum hier en daar wel als bron wordt vermeld. Maar als het hier om gaat dus niet.


Wereldwijde kankerepidemie

In Hoofdstuk 1 gaat het over ‘Wat moet je wel en niet eten?’ En huppekee:

In 1900 kreeg 3% van de Amerikanen kanker en in 2000 was dat een schrikbarend hoog percentage van 40%. […] Deze eenvoudige statistische gegevens tonen aan dat de medische wetenschap faalt in het bedwingen van de wereldwijze kankerepidemie.”

Van dit soort teksten krijgen we pukkeltjes: Welke onderzoeken? Hoe zijn ze uitgevoerd? Hoezo epidemie? De kenmerken van een epidemie zijn dat het een snel verspreidende ziekte betreft – meest besmettelijk. Er zijn veel verschillende soorten kanker. Je scheert een snotterende neus ook niet over een kam met griep. En in honderd jaar is de mens ook veel ouder geworden. Rond 1900 werd de mens gemiddeld genomen ergens tussen de 40 en 50 jaar oud. Men stierf jong en aan allerlei ziekten. Thans is de gemiddelde leeftijd iets van rond de 80. Dus geen wonder dat er meer kankergevallen worden geconstateerd. Hoewel enkele pagina’s verder staat dat in 1900 de leeftijdsverwachting van iemand die zijn 21ste levensjaar heeft bereikt, even groot is als de levensverwachting van iemand die vandaag leeft. We zouden dat graag onderbouwd zien.


De magnetron en de Russen

Verderop wordt de magnetron als gevaarlijk keukenapparaat weggezet. Okay, we houden ook niet van de magnetron, maar door een paragraaftitel ‘Magnetron, uitvinding van de nazi’s’ te kiezen en subtieltjes te stellen “Misschien was het eten van magnetronvoer mede oorzaak van de mislukking van het Duitse leger om Rusland binnen te vallen. Het professionele Duitse leger werd verslagen door gezond etende, Russische patriotten” gaat wel erg ver. Is dit een serieus werk of een fantasieroman dan wel chargerend opiniestuk?


We zijn het in grote lijnen niet oneens met de grote lijn van het boek (groenten eten is gezond), alleen de toon waarop een en ander wordt beweerd en omkleed stoort. Wij houden ook niet van kunstmatig voedsel (lees dit in FTM). De auteur schetst het beeld van geprint voedsel. En zegt: “Pas als zal blijken dat de mensheid in dat geval de 40 niet eens haalt, gaat men terug naar het dan ouderwets gevonden voedsel.” Zo erg zal het niet worden, er is nu reeds sprake van een schisma: zij die niet van koken houden en alleen kant-en-klaar maaltijden dan wel buitenshuis eten en uhm… wij.


De beste groenten

In Hoofdstuk 3 wordt ‘het beste van het beste’ beschreven. Dat is in alfabetische volgorde en moet dan ook met alfalfa beginnen. Per groente is de indeling van de beschrijving anders, zulks al naar gelang de eigenschappen van de plant.
De auteur verdient respect door de veelheid van (werkzame) stoffen te noemen en de mogelijk gunstige werking ervan. De lezer moet wat hij schrijft voetstoots aannemen. Of zelf een studie volgen om de interpretatie op juistheid te controleren.

 

We nemen broccoli.
Wat niet vermeld staat is dat broccoli, in tegenstelling tot andere groenten, heel snel in voedingswaarde afneemt. Dat hebben we uit het boek ‘Eating on the wild side’ – dat zich wel volledig op wetenschappelijke studies baseert. Dus als u broccoli in de winkel koopt, koop Nederlandse broccoli en vers, d.w.z. niet ouder dan een dag of twee.
In kolen zit indol-3-carbinol. Ook in broccoli.


Indol-3-carbinol (I3C)

Ook in potjes te koop – wij raden het niet aan

We zoeken het op in Wikipedia. Er is geen Nederlandstalige maar wel Engelstalige informatie beschikbaar. Daar staat dat I3C onderwerp van lopend onderzoek is naar de werking tegen kanker, als antioxidant en tegen aderverkalking. En dit onderzoek is op dieren en gekweekte cellen.
“Investigation of mechanisms by which consumption of indole-3-carbinol might influence cancer incidence focuses on its ability to alter estrogen metabolism and other cellular effects.” Dus het kan optreden van kanker beïnvloeden vanwege het vermogen om de oestrogeenhuishouding (vrouwelijke hormonen) te veranderen en andere effecten op de cellen. Wij concluderen hieruit dat het voornamelijk gunstig is voor vrouwen, dus borstkanker remt of voorkomt. Vooralsnog alleen bij muizen. Maar wat te denken van dit (op Wikipedia):

Overuse of indole-3-carbinol supplements in the hope of preventing cancer may be unwise, as the hormone balance should be tested (via simple blood test) before regular consumption. Such caution is advised, due to its effect on estrogen levels (estrogen has a significant impact on brain function).”

Dit staat niet in het boek, maar er wordt gewaarschuwd voor overmatig gebruik. Oestrogeen heeft invloed op de hersenen, maar als indol-3-carbinol invloed heeft op de hormoonhuishouding, heeft het dus indirect ook invloed op de hersenfunctie. Dus niet te veel kolen eten? Welnee, maar eet gevarieerd.
De kracht van Wikipedia is dat openbaar is (voor- en nadeel) en dat er veel ter zake deskundige redacteuren zijn (voordeel).


Spinazie en bieten

Of neem spinazie. Van deze groente is bekend dat het zo ongeveer alles uit de bodem opneemt, dus ook gifstoffen. We kunnen spinazie de hemel in prijzen omdat het zo ontzettend veel vitamine K, A, B11 en wat al niet meer bevat, maar dit is de – niet vermelde – keerzijde. Zelf geteelde spinazie is veilig, althans, u weet wat er in de grond van uw moestuin zit.

Of bieten. De glykemische index van bieten is hoog (65). In dit boek wordt daar niet van gesproken. Bieten bevatten de zogenaamde snelle koolhydraten, dus die snel als glucose (suiker) in uw lichaam worden opgenomen. Dus het beïnvloedt uw bloedsuikergehalte nogal. Het lichaam moet veel insuline aanmaken om de glucoseklap op te vangen. Enfin, dit is de opmaat naar suikerziekte. Natuurlijk ligt dat niet alleen aan bieten, ook aan bijvoorbeeld wit brood eten, honing, bier, fruit als banaan, watermeloen en meer. Daarom wordt bietensap enerzijds genegeerd en anderzijds is het de laatste jaren bij sporters juist helemaal ‘in’. Die hebben snelle suikers nodig. In dit boek wordt alleen gerept van ‘bieten tegen hoge bloeddruk’ en ‘bieten tegen kanker’ en ‘bieten goed voor het bloed’.


Wortelen

Nog één dingetje. Over de wortel. In ‘Eating on the wild side’ staat dat het eten van rauwe wortel weinig effect heeft omdat de vezels dermate stevig zijn dat de meeste voedingswaarde niet vrijkomt. En gewoon weer worden uitgepoept. Gekookte/verhitte wortels zijn beter te verteren. Nu is er een verschil tussen koken en platkoken. Over de voedingswaarde van wortels hoeft niet te worden gediscussieerd. Maar hier staat je wortel beter rauw kunt eten. Waarvan akte. Wij geloven Jo Robinson, de auteur van ‘Eating on the wild side’ omdat daar een op een naar wetenschappelijke onderzoeksrapporten wordt verwezen.


Dus lees de groentenbeschrijvingen in dit boek met enige scepsis. Het meeste is niet onwaar, maar de waarheid is soms te fraai verwoord. Leuk is dat vreemde groenten als casave, chayote en sopropo worden beschreven.


De schaduwzijde van de nachtschaden

De laatste hoofdstukken gaan over o.a. recepten, genieten van groenten (slow juicers, eeuwig moes en allerlei trivialiteiten) en over de vijf nachtschadegroenten. Aardappel, tomaten, aubergines, paprika’s en rode peper (de paprika is in feite een orde peper zonder capsaïne).
In zijn voorwoord schrijft Geert Verhelst: “Verder plaatst auteur Thomas Dijkman geheel terecht vraagtekens bij het overmatig gebruik van groenten van de nachtschadefamilie. Niet iedereen verdraagt deze even goed, anderen kunnen er voedingsintoleranties voor vertonen, die bepaalde aandoeningen kunnen verergeren.”
Volgens de auteur kan nicotineverslaving optreden, want ook de tabaksplant maakt deel uit van de nachtschaden en alle nachtschaden bevatten nicotine. “Dat kan ertoe leiden dat mensen verslaafd raken aan het eten van aardappelen of tomaten, waardoor men teveel van deze groenten eet. Teveel van iets is nooit goed.” Het eerste waar ik dan aan denk zijn de mensen die verslaafd zijn aan chips.


Solanine

Dijkman schrijft dat helaas weinig onderzoek is gedaan naar de relatie tussen overmatig nuttigen van nachtschaden en het optreden van ziekten.
“Natuurartsen constateren in hun praktijk keer op keer dat mensen met atritis-, jicht- en psoriasisproblemen en prikkelbaredarmsyndroom baat hebben bij het verwijderen van nachtschaden uit het consumptiepatroon.”
Vervolgens wordt gesteld dat uit wetenschappelijk onderzoek is gebleken dat gebakken aardappels ongezond zijn omdat ze solanine bevatten. Hmmm. Een verwijzing naar dat onderzoek of die onderzoeken ontbreekt. Solanine daarentegen komt in alle nachtschaden in meer of mindere mate voor. Aardappels die groen worden, hebben met name in dat groene deel solanine. De relatie met het bakken is ons niet bekend. Volgens de auteur moeten we geen aardappels met schil eten, moeten we aardappels die kiemen vertonen niet meer eten, et cetera.

Een aardappelvergiftiging heeft als symptomen: misselijkheid, overgeven (dat lijkt ons doorgaans onlosmakelijk verbonden: wie overgeeft is meest misselijk), maagkrampen, diarree en pijn in de onderbuik en komt af en toe voor onder mensen die aardappelen hebben gegeten die al uitgelopen waren.
Meer ernstige gevolgen kunnen zijn: pupilverwijding, hallucinaties, hoofdpijn en duizeligheid.”

De auteur waarschuwt er dus voor gekookte aardappelen in de schil te eten. Hij geeft toe dat “… niet iedereen lijkt last te hebben van nachtschadegroenten. Toch kan het geen kwaad ze niet te veel te eten.”


Hel en verdoemenis

Laten we het omkeren: als veel mensen er last van hadden, was het eten van aardappels, tomaten en dergelijke allang verleden tijd. Drie zinnen verder wordt gesteld dat het verhitten (koken) van nachtschaden de solanine afbreekt (kapot maakt) “De reden dat je aardappels dus niet rauw kan eten is het daarin aanwezige solanine.” En als je groene tomaten maar goed kookt – bijvoorbeeld in een soep – dan is de solanine ook vrijwel geheel verdwenen.
Maar het prediken van dit soort gebrekkig onderbouwde hel en verdoemenis is nog niet ten einde. De auteur stelt: “De laatste tijd is door de wetenschap ontdekt dat diverse ziekten in beginsel te maken hebben met een infectie op celniveau.” En dan volgt een opsomming van verschrikkelijke ziekten. Die staan in verband met de verminderde werking van de darmen – leaky gut syndrome – en “…. hoogstwaarschijnlijk zijn nachtschadegroenten bij uitstek werkzaam als katalysator van deze ziekten, doordat ze relatief veel giftige alkaloïden kunnen bevatten.”


Godswonder

Doch, gelukkig, gezonde personen hebben darmen met een uitstekende barrièrefunctie tegen giftstoffen. Ja, je zou denken dat de mensheid in Zuid-Amerika door een godswonder gedurende duizenden jaren alle nachtschaden heeft overleefd. Ook de mens is door natuurlijke selectie geworden zoals ze nu is. Dus zij die duizend jaar geleden niet tegen tomaten konden, zijn uitgestorven. Of dat nu ook gebeurt met mensen die niet tegen synthetische voedingsstoffen kunnen, wagen we, met de huidige stand van de medische wetenschap te betwijfelen.

In de paragrafen na deze inleiding over nachtschaden, worden de vijf groenten besproken. Zo lezen we dat het nuttigen van hete peper – met een hoog capsaïnegehalte – zeer goed is. De auteur noemt het ‘een wondermiddel’ en somt tien wonderen op, waarvan de laatste de leukste is: doe ’s winters wat cayennepeper in je sok, dan heb je geen koude voeten.

45 Groenten + 5 nachtschaden = 50 groenten. Dat dan weer wel.


 

1 gedachte over “De 45 meest geneeskrachtige groenten”

  1. Het ging ons te ver om in de recensie ook nog de wetenschapper Otto Warburg te noemen. Deze man ontdekte dat kankercellen groeien bij gebrek aan zuurstof. Meer niet. Warburg en Peskin worden in dit boek aan elkaar gekoppeld en er wordt gepleit voor de biologische oliën enzovoorts. Nu, 19 oktober 2017, komt naar voren dat suiker de groei van kankercellen bevordert. Suiker veroorzaakt geen kanker, maar kankercellen geven de voorkeur aan suikers boven verademing. Dus suikerloos dieet remt groei van kanker en kan therapiën meer succesvol maken. Lees dit.

    Beantwoorden

Plaats een reactie