Tomaat Salt Spring Sunrise

Eigenlijk heet de tomaat Sunrise maar komt van het eiland Salt Spring. Dit zakje zaad lag al tijden in onze voorraad. Hoe lang? Geen idee. Misschien al zeven jaar. We hebben het dit jaar gezaaid en nu (medio juli) levert het fraaie middelgrote tomaten tot wel 250 gram per stuk.

Omdat ze zo lekker is, rijk draagt en smaakvol, hebben we wat zaad gewonnen en in onze winkel opgenomen.

Het heeft veel vruchtvlees en niet te veel zaden. Sunrise is zeer smaakvol en anders dan de bekende Nederlandse snottomaten. Ze stamt uit de jaren 1950-1960 en is in Canada uit veredeling ontstaan. De kenmerken zijn dat ze het goed in kuststreken doet – ongetwijfeld wordt hier op teelt in de open lucht gedoeld – en dat ze tegen hete droge zomers kan.


 

De plant wordt niet extreem hoog – zo rond de anderhalve meter – en draagt rijkelijk vrucht.

Salt Spring is een eiland in British Columbia, een Canadese provincie, net boven de Verenigde Staten. Daar heeft agrarisch adviseur Jack (P.J.) James en deze tomaat “gemaakt”. Vermoedelijk door James Canadian Seeds Ltd.

In de locale krant, de Gulf Island Driftwood van 21 november 1968, wordt gewag gemaakt van Jack James en zijn tomaat, die kennelijk door ene Jim Lyon werd geteeld.

Op de website Salt Spring Seeds is zaad van deze tomaat te koop voor $ 4 (2017).


James Seed Company

Ooit een succesvol zaad bedrijf anno 1913

Jack James – links

Gestart door de van oorsprong Britse plantkundige Percy James, op Parker Island in 1913, een klein eilandje ietsje noordwestelijk van Salt Spring Island. Ze kochten eerst allerlei zaad van diverse Canadese en Amerikaanse leveranciers en begonnen daarna met selecteren en uiteindelijk productie. Het verliep voorspoedig en in 1917 werd de boerderij op Parker Island verkocht en verhuisde de familie naar Salt Spring Island, naar Barnsbury Farm. De klimatologische omstandigheden in dit deel van British Columbia zijn ideaal voor zaadvermeerdering en veredeling: vruchtbare bodem, voorjaarsregenbuien, warme droge zomers.

Verkopen gingen goed en men verhuisde in 1923 naar Fernwood Farm, op hetzelfde eiland. In tien jaar ging het bedrijf van ca. 2 acres (8.100 m2) naar 150 acres (60 ha) met ruim 150 plantvariëteiten. Niet alleen groenten of tomaten. Ook bloemen.


Maar zeven jaar later was James Seed Company weer uit de voegen gegroeid en men verhuisde naar het nabij gelegen vaste land: Corfield Farm net buiten Cowichan Bay. De naam veranderde in James Canadian Seeds Ltd.
Rond 1932 werden circa een miljoen pakken zaad verkocht. Tijdens en kort na de Tweede Wereldoorlog verscheepte James Seed Company veel groentenzaad naar Groot-Brittannië, Rusland (radijs en komkommer).


Na de oorlog is het bedrijf ten gronde gegaan door goedkoper zaad uit andere landen en de hoge(re) loonkosten in Canada. Onduidelijk is of dit kort na de oorlog is gebeurd of pas ergens eind zestiger jaren. Uit de krant van 1968 maken we op dat op dat moment het bedrijf nog bestaat.

Plaats een reactie