Zalm – een biografie

De Noorse journalist Lars Kvamme schreef een bijzonder boeiend boek over de zalm. Een biografie. Normaliter wordt iets dergelijks geschreven over een overleden persoon of iemand in haar of zijn laatste levensdagen, maar nu over een vis. Die straks niet meer is.

“Als dit het einde is, waar is het dan begonnen?” luidt de ietwat onheilspellende titel van de inleiding. Noorwegen is gekend om zijn zalmkwekerijen in de fjorden. De Atlantische zalm, Salmo salar, is de Noorse zalm. Het is een bijzondere vis, die elk najaar vanuit zee de rivier op zwemt naar paaigebieden en onderweg hordes als stroomversnellingen neemt. En de jonge zalm gaat naar zee en doet hetzelfde. Keert na jaren terug naar de plek waar hij vandaan kwam. Maar voor veel plekken op de wereld is dat verleden tijd. De zalmen die nu nog zwemmen, zwemmen in een kweekkooi. En waar deze vis ooit de rivieren op ging, gebeurt dat meestal niet meer.

Voor Lars Kvamme was dat de reden om op onderzoek uit te gaan. Hij reist de wereld rond naar locaties waar de zalm nog vrij en wild in de rivieren zwemt, maar meestal zwom. We mogen weten dat er thans meer zalm op de wereld is dan ooit, maar 99% is kweekzalm.

De zalm komt voor boven de 41 graden noorderbreedte tot ongeveer de poolcirkel. En in Chili. Noorwegen geldt als de bakermat van de industriële zalmteelt.

Enfin, de feestmaand nadert, in veel huishoudens worden dan toastjes met zalm gepresenteerd. Kweekzalm. Dus misschien goed om dit boek eens te lezen. Het is bijzonder goed en boeiend geschreven en er gaat een wereld voor je open. Voor ons een aanrader van de eerste orde.

TitelZalm – Een biografie
VanLars Kvamme
UitgeverAtlas Contact
ISBN978 9045 0423 29
Verschenen19 januari 2021
Prijs€ 22,99
Verkrijgbaar bijKoop dit boek bij je lokale boekhandel van steen en cement. Of anders bij de webshop van een echte winkel, zoals deze.
Zalmvisserij in Nederland – Fotocollectie Nederlandse Heidemaatschappij juli 1949

Het boek is in delen samengesteld. Het eerste deel gaat over de voortplanting. We krijgen een lesje aardse evolutie in een notendop en de gevolgen ervan en het ontstaan van de zalm. We leren dat de zalm en de snoek enigermate verwant zijn. Zo’n 80 miljoen jaar geleden ontstond de anadromie (de eigenschap om vanuit zee de rivieren op te trekken om daar te paaien, en dus zowel tegen zout als zoet water te kunnen). Veel jonge zalmpjes worden opgegeten en slechts 2 à 10% keert op een gegeven moment terug naar de paaigronden.

In een grot, op de rechteroever van de Vézère, bij Les Eyzies-de-Tayac is aan het plafond een gebeeldhouwde zalm te zien.

Het is nog steeds een raadsel hoe de zalm zijn weg vindt. En wel de juiste weg. Want sommige zalmen zwemmen – elk jaar – een verkeerde rivier in.
Na het einde der ijstijden schuift de zalm op naar het noorden. Aardig is dat in een grot in de Dordogne 25.000 jaar oude afbeeldingen zijn gevonden van een zalm. Althans men denkt dat het getekende een zalm is. En waarom niet? Het ijs lag in die tijd over Noord-Europa.

Allier-zalm

Deel twee heet “Het tijdperk van de mens.” We volgen Lars op zijn zoektocht naar de oerzalm. Is dat dan de zalm in Frankrijk? De Allier-zalm? De Allier komt uit in de Loire. En de Loire-zalm is anders dan andere zalmen, omdat de rivier zo lang is. De zalm wil uiteindelijk naar het begin van de Allier. Dus “watjes” vallen af. Het is een vorm van genetische selectie. Er is nog steeds (enige) zalm in de Allier; maar de reddingsoperatie is al gestart, bij het Conservatoir National du Saumon Sauvage. Al heel vroeg werd onderkend dat dammen in de Loire de zalm hinderen. In 1920 ontstonden plannen voor dit zogenaamde broedhuis, dat pas in 1990 werd gerealiseerd. Wat men bij het Conservatoire leerde is dat zalmen van “ander” bevrucht kuit uiteindelijk de rivier Allier niet haalde. Met andere woorden, de echte Allier-zalm moet over speciale eigenschappen beschikken. Survival of the fittest – waarbij fittest de best passende betekent.

Zalm was overal op het noordelijk halfrond. Op elke plek iets anders – net als mensen. We lezen over zalm in de Keltische cultuur, over legenden en zelfs een wet van de twaalfde eeuw die gebood dunne zalm door te laten zwemmen. Thans is de wilde zalm (Atlantische zalm) een zeldzaamheid aan het worden. Ze komt voor in Schotland, IJsland, Noorwegen, Canada en Rusland. Elders is de toestand penibel (en eigenlijk ook in Noorwegen, lezen we later).

En zo leren we Michael Wiggan kennen, die een groot landgoed in Schotland erft waar een zalmrivier loopt, de Helmsdale. Hier duikt het verhaal weer diep de geschiedenis in, met Wiggan als hedendaagse hoeder van, wat nu de Helmsdale-zalm heet. Overigens (niet uit het boek) is een van de beste plekken om in Schotland wilde zalm te spotten bij de Falls of Shin in de rivier de Shin, een stukje zuidelijker dan Helmsdale. Zoals bijna alle grond in Schotland is ook deze rivier privé-eigendom, en wel van de familie Fayed (ja, inderdaad, die van Lady Di). Maar goed. We leren ook nog dat de Atlantische zalm uit Europa en Noord-Amerika elkaar jaarlijks ontmoeten in de Labrador Zee. Uiterlijk zijn ze identiek, maar voor wat betreft chromosomenparen verschillen ze.

Penobscot-zalm is niet meer

Curieus is het verhaal waarom geen enkele president van de Verenigde Staten, na George Bush sr, een zalm heeft gekregen. De Penobscot was een fraaie zalmrivier in het noorden van de staat Maine en de Penobscot Salmon Club gaf jaarlijks de eerste zalm aan de president. De Penobscot-zalm heeft echter de strijd met de mens verloren, onder andere door dammen in en lozingen op de rivier. Kvamme verpakt dit trieste feit in een cultuurhistorische bespiegeling, hoe de eerste Europeanen daar kwamen, de lokale bevolking geen grondbezit in Europese zin kende – ze waren deel van de natuur. De lokale bevolking leefde van zalm. Er was meer dan voldoende. Na ziektes, strijd en andere onverkwikkelijkheden, belandde het Penobscot-volk in een reservaat en de Europeanen vonden hun goud: zalm. En nu is de vis bedreigd, mag er ook geen zalm meer worden gevangen en zijn dammen voor veel geld verwijderd. In de hoop op terugkeer van de zalm.

Zalmen onderweg – foto: Marvina Much, US Fish and Wildlife Service

Het kan anders: Hoog in Noorwegen en Finland loopt de rivier Tana. Onbezoedeld, geen ingrijpen door de mens. Hier is nog de grootste populatie van wilde zalm ter wereld. De mensen die er wonen, de Sámi, leven aan de rivier. Rendierhouderij en zalmvisserij zijn onderdeel van hun cultuur. In dezelfde noordelijke streek ligt de rivier Alta, niet zozeer gekend om de hoeveelheid zalm, maar wel om de grootte.

Sportvisserij

In het derde deel van het boek gaan we de rivieren in. Kvamme onderzoekt de sportvisserij. Noorwegen ontving veel vissers uit Schotland, Ierland en Engeland. Geld stinkt niet, dus de lokale bevolking ontving hen met open armen. Dat kende hoogte- en dieptepunten, maar thans trekken zo’n 60.000 sportvissers per jaar naar de Noorse wateren. Zij betalen voor visrechten, van dertig tot wel 20.000 euro voor drie dagen, afhankelijk van de rivier.

Gravlaks. In een van de beste Nederlandstalige boeken, Nooit meer slapen van Willem Frederik Hermans, wordt aan het begin en aan het einde gravlaks genoemd. Op pagina 16 wil professor Nummedal Alfred op gravlaks trakteren en pas op pagina 245 is gravlaks terug: “Rauwe zalm, die eerst een tijdlang ergens begraven wordt en dan, ik weet niet hoeveel tijd later, weer opgegraven.” Niet dat Kvamme het boek of Hermans noemt, maar wel gravlaks. (Tegenwoordig is gravlaks verworden tot gemarineerde kweekzalm met een mosterd-dille sausje. Vroeger zat zalm nog berstensvol omega-3. Dat is tegenwoordig ook al niet meer zo: kweekzalm wordt gevoed met soja en bevat minder goede vetten dan wilde zalm.

Kweekzalm

Vishouderij in Torskefjord Noorwegen, 2014 – foto Simo Räsänen Wikimedia Commons

Waarbij we de overstap maken naar de kweekzalm, in het boek heet het ‘zalm zonder rivier’. Kvamme vertelt de geschiedenis van een paar jongens die een Vosso-zalm vangen, een bijzonder grote vis die de Vosso-rivier wilde op zwemmen. En hoe dat het begin werd van Noorwegens grootste agrarische sector: de zalmkwekerij. Want ondertussen was de zalm overbevist. Dus men begon broedhuizen te bouwen. En wetten uit te vaardigen. Rond 1955 werd de eerste kweekzalm geleverd. Na wat fusies en overnames ontstond Mowi, een beursgenoteerd bedrijf. Dat een eigen kweekzalm had: de Mowi-zalm. Die geen rivier ziet.

Mowi werd Hydro Seafood [Noot MergenMetz: Hydro Seafood is in 2000 overgenomen door het Nederlandse Nutreco, dat onderdeel is van SHV, een private onderneming van de familie Fentener van Vlissingen. Na diverse hergroeperingen werd de naam Mowi nieuw leven ingeblazen, onderdeel van Skretting, onderdeel van Nutreco].

Zalmhouderij in monding van de Cochamó, het estuarium Reloncaví, Chili, 2019 – foto Wikimedia Commons

De groeiende belangstelling voor kweekzalm, het succes van Mowi, bracht zalm op plekken waar ze nooit was: in Chili. De Chileense kust lijkt op die van Noorwegen. En hier vestigden zich Noorse bedrijven, die werk verschaften en voorspoed brachten. Belangrijkste vissersplaats is Puerto Montt, aan het estuarium Relconcaví. Doch uiteindelijk brengt de hoge kweekdichtheid ziekten. En hoppa, daar worden de medicijnen/antibiotica het water in geflikkerd. En trekt de zalmkwekerij verder, naar het volgende nog schone fjord, waar de ellende zich herhaalt.

De zalmkwekers trekken zuidelijker langs de Chileense kust, waar het koeler is, maar daar is de infrastructuur belabberd. Het is geen Noorwegen. Maar ook daar worden de schone fjorden getroffen door allerlei ziekten. Het is een dramatisch verhaal waarbij de ecologie het (bijna) verliest van de economie.

De bemesting van de Chileense fjorden leidde, in combinatie met het warmere water dat door El Niño werd opgestuwd, tot een enorme dodelijke algenbloei langs de kust. Niet alleen zalmen stierven, nee, de hele Chileense kust was bezaaid met dode dieren. Onder andere omdat zalmkwekers hun dode, zieke, vis vrolijk wat verderop in zee had gedumpt.

Foto: K. Mueller – US Fish and Wildlife Service

Vosso-zalm

Het einde van het boek gaat over de zalm die verdween: De Vosso-zalm, die ironisch genoeg aan de basis van de kweekindustrie stond. De wilde voorouder is niet meer. Men heeft nog gepoogd vis uit te zetten in de paaigronden, maar dat mocht niet baten – onder andere omdat in de fjorden, aan de benedenloop van de rivier, grote kwekerijen zijn. De jonge zalm moet daar voorbij, om naar zee te gaan, maar vervuiling en plagen deden het dier vervolgens de das om.

In 2007 kwam er een reddende engel, in de persoon van de IJslandse ondernemer Orri Vigfusson. Hij richtte een fonds op dat elk jaar commerciële vangstquota opkoopt. En ze scholen zalmvissers om. Orri overleed in 2017, maar zijn werk gaat voort.

Trieste afsluiter: Inmiddels is de ontsnapte kweekzalm de grootste bedreiging voor de wilde zalm

1 gedachte over “Zalm – een biografie”

Plaats een reactie