Recepten met aardappel

Aardappel

Solanum tuberosum

Aardappel, patat (Nederlands); Kartoffel, Erdapfel, Grundbirne (Duits); gromper (Luxemburgs); potato (Engels); pomme de terre (Frans); patata (Italiaans); papa, patata (Spaans)

De aardappel behoort tot de nachtschaden, net als tomaat, aubergine en peper (paprika). Ze maakt knollen, stengelknollen om precies te zijn, die rijk aan zetmeel zijn.

Naam

De Nederlandse naam aardappel zou de vertaling van het Franse pomme de terre zijn: appel van de aarde. De aardpeer daarentegen is in het Frans topinambour. De Franse peer van de aarde (poire de terre) is daarentegen de yacon.
Het Duitse Kartoffel zou afkomstig zijn van het Italiaanse tartufulo en dat is nauw gerelateerd aan tartufo (truffel), en betekent iets als knol. Het was dan ook eerst Tartuffeln en later dus Kartoffeln. Het Engelse potato is afkomstig van patata, dat weer een verhaspeling is van papa, de Zuid-Amerikaanse inheemse (Kichwa/Quechua) naam voor de aardappel, en de batata, wat de zoete aardappel is: Papa x batata -> patata.

De botanicus Gaspard Bauhin gaf de plant in 1590 de naam Solanum tuberosum. Tuberosum is helder, dat verwijst naar knollen. Solanum komt van het Latijnse solatium, dat op comfort, troost en de pijnstillende werking van het geslacht Solanaceae wijst. [Iets dat wij niet kunnen plaatsen, maar herboristen misschien wel. MM]

Historie

Je kan zeggen dat de aardappel zeer succesvol is geweest in haar opzet de wereld te veroveren en (dus) te overleven. Na rijst, tarwe en maïs is het het meest belangrijke voedsel.

Atlas des plantes de France , 1891, Commons Wikimedia

Inca overhandigt aardappel aan een Spaanse conquistador, zo dacht men in 1917 in Zweden.

Van oorsprong komt de aardappel uit Zuid-Amerika en is zo’n 13.000 jaar geleden ontstaan. Aan genetische sporen te zien, is dat het west-centrale deel van het continent. Dr. Hector Flores van (toen) Pennsylvania State University en gerespecteerd Andes-knollenonderzoeker zegt: “Het meest waarschijnlijke is tussen het zuiden van Peru en net noordoosten van Bolivia” [14]. Men vermoedt dat de aardappel al zo’n 5000 jaar BCE als gewas in Peru/Bolivia in cultuur is gebracht. Archeologische opgravingen laten in elk geval zien dat al 3000 à 4000 jaar geleden aardappelen door de Inca’s werden verbouwd.

Tot voor kort dacht men dat ‘de’ aardappel, zoals we die kennen, gewoon uit Peru/Bolivia kwam. Maar genetisch onderzoek heeft aangetoond dat ze minstens twee wilde voorouders heeft, die nog steeds in Zuid-Amerika groeien. Één in het huidige Chili, de ander in het Peruviaanse hoogland. Het zijn knoestige, vingerachtige knollen die niet enigermate bitter smaken.
Vervoer van de aardappel ging vroeger via de Canarische Eilanden. David Spooner, botanicus bij het U.S. Department of Agriculture en onderzoeker aan de Universiteit van Wisconsin, dacht dat daar waar aardappels een tussenstop hebben gemaakt, moeten ook nog oude variëteiten voorkomen. En hij vond ze: een deel van de aardappelen daar had Chileense kenmerken, de ander wees op de Andes [15].

Maar over de werkelijke herkomst van de moderne aardappel zijn wetenschappers nog niet uit. De “moderne” aardappel komt uit het gebied tussen zuidelijk Chili (45o zuiderbreedte) en 12o noorderbreedte Colombia en kent voornamelijke Chilieens DNA [16]. Zo is er een Solanum curtilobum, een S.ajanhuiri of een S. juzepczukii – en meer – die allemaal ongetwijfeld wat invloed hebben gehad op ‘de’ aardappel.

Twee routes naar Europa
Op basis van wat wij aan literatuur hebben doorgenomen is het meer dan aannemelijk dat de aardappel enerzijds via Canarische Eilanden, Spanje, Italië naar noordelijk Europa (Duitsland) is getrokken. Anderzijds is ze vanuit Colombia in de Verenigde Staten (Virginia) gekomen en via Engelse kolonisten in Ierland en Engeland aangeland. Het lijkt erop dat De Lage Landen hier tussen lagen.
En voorts is het behoedzaam lezen. Want op basis van oude geschriften ontstaat verwarring tussen de bataat (zoete aardappel) en aardappel. Zo schrijft Antonio Pigafetta, die de reis van Magellan documenteert, in 1519 dat inheemse Braziliaanse inwoners de Spanjaarden manden aardappelen – een knol die op knolraap lijkt – die naar kastanjes smaakt, brachten. Geen aardappelen dus.

siroopkan in de vorm van aardappels – Moche cutuur

Pedro de Cieza de León was de eerste Europeaan die de aardappel beschreef. Al eerder constateerde hij, die rond 1532 onder leiding van Pizarro Zuid-Amerika binnentrok, dat de bevolking van Collao bepaalde knollen als basisvoedsel aten, knollen die ze ‘papas’ noemden. [17] De aardappel kwam in 1537 of 1538 vanuit het huidige Colombia naar onze wereld. Dus niet als een gevonden wilde plant, waarvan in Europa de knol als een eetbaar iets werd ontdekt. Integendeel, het was daar allang door de inheemse bewoners in cultuur gebracht.

Over het algemeen duurt het in noordelijk Europa tot eind 18e eeuw, voordat de aardappel een beetje gemeen goed begint te worden. Kennelijk werd het tot dan door nieuwsgierige tuinders en binnen kloostertuinen verbouwd. Boeren zagen er lange tijd geen heil in het gewas, waarvan de groene delen en bessen giftig zijn. Je zou haast zeggen: Wat de boer niet kent, dat eet hij niet.

Inca’s oogsten aardappels (1615)
Pruisische keurvorst Frederik Willem (1640-1688) en zijn vrouw bij een perkje aardappels. Voor de bloemen!
  • 1573 – uit de bewaard gebleven administratie van een ziekenhuis in Sevilla blijkt dat er een hoeveelheid aardappels werden gekocht. Dus er werden toen, in Spanje, op enige schaal aardappels verbouwd. [3]
  • 1583 – de eerste aardappels verschijnen in Genua en werden spoedig, op sommige plaatsen een populaire voeding [3]
  • 1588 – Carolus Clusius (Charles de l’Ecluse) plantte de aardappel in de tuinen van Pitzemburg in Mechelen. In 1601 verhaalt hij van de voortplanting d.m.v. zaad. [5]
  • 1594 – Carolus Clusius plantte de aardappel in de Hortus Botanicus Leiden.
  • In 1596 verscheen de eerste wetenschappelijke beschrijving door de Zwitser Gaspard Bauhin, die het de naam Solanum tuberosum esculentum gaf, later simpel Solanum tuberosum.
  • In 1597 verschijnt de aardappel voor het eerst in een boek, dat van John Gerard.
  • Rond 1600 werden ze op diverse plaatsen in Frankrijk verbouwd. In 1625 in de zuidelijke Nederlanden en in 1700 in noord Nederland.[3]
  • In 1662 adviseert de Engelse Royal Society de teelt van de aardappel, maar dat slaat niet aan. Pas tijdens de Amerikaanse Onafhankelijkheidsoorlog (1775-1783) begon de Engelse overheid de teelt te stimuleren [14].
  • 1727 – De aardappel werd in Friesland als voedsel erkend terwijl het al sinds 1640 in de Groningse hortus (Hortus Haren) stond.[5]
  • 1770 – De eerste aardappel worden van Kaap de Goede Hoop (Zuid-Afrika) naar Nederlands Indië verscheept (Kentang Olanda);
  • 1850 – De Russische tsaar Nicolaas I dwingt (eindelijk) de teelt van de aardappel af, nadat dit al door Catharina de Grote was verordonneert maar door de Russisch Orthodoxe Kerk was tegengehouden omdat de aardappel niet in de Bijbel voorkomt [14].
Aardappel – Kartoffelbefehl

Aardappelbevel
Of beter: Kartoffelbefehl. In roerige tijden vol oorlogen, armoede en ondervoeding verplichtte de Pruisische vorst Frederik de Grote boeren aardappelen te poten. Maar ‘wat de boer niet kent dat eet hij niet’. Soldaten hielden toezicht en in 1755 was er een rijke oogst. Doch geen mens durfde het te eten. Dus Frederik at, en plein publique, een bord aardappelen en bewees dat het niet alleen eetbaar was, maar dat hij ook bleef leven.
Dit leidde ertoe dat het Pruisische leger behoorlijk aansterkte en vele veldslagen won. Aardappelveldslagen…..


In de Beschryving van de Moes- en Keuken-Tuin van Johann Hermann Knoop (Leeuwarden, 1769) worden een krappe drie pagina’s aan de aard-appel besteed. Hij onderscheidt twee soorten: rode en witte.

De Aard-Appel is een buitenlands Gewas, dat zyn oorsprong uit de Landschappen Viginien en Canada in America heeft, maar nu in Europa op de meeste plaatzen zo bekent en genaturaliseert is, als of’t daar te huis hoorde, zynde Neder- en Hoogduitsland hoofdzakelyk bekent geworden en tot Spys-toebereiding in gebruik geraakt, zedert de zogenaande Hugenots of Fransche Vlugtelingen wegens haar Religie, in de vorige Eeuw, [….] een goed heenkomen hebben moeten zoeken.

Kennelijk kwamen, volgens de belevenis van de Nederlanders in die tijd, de aardappelen via Engeland – uit hun kolonie Virginia (zie hierna). En hebben we het aan de Hugenoten te danken dat we de aardappel hebben leren kennen? Hun vlucht uit Frankrijk was in de periode 1685 -1710.
Knoop beschrijft de aardappel als een plant die ‘rood- of paars-agtige Knobbel-Wortels’ produceert ‘aan lange dunne Draat-wortels’. En hij zegt dat de rode al zo’n dertig jaar wordt geteeld (dus pakweg sinds 1740) en de witte ‘de tweede zoort smakelyker en aangenamer te eeten is, zo wordt die nu meest allen in de Nederlanden gecultiveert; wordende in het bezondere die welke in Zeeland groejen, zeer geurig en aangenaam bevonden.’

Parmentier
Het verhaal gaat dat de aardappel vanwege zijn giftigheid lang werd genegeerd. Het werd pas echt volksvoedsel toen Napoleon iets zocht dat langer houdbaar was en waarmee hij zijn soldaten kon voeden. Dus pakweg rond 1800. Lees de anekdote over de Franse nationale held Antoine Agustin Parmentier.


In The Herball 1597
In The Herball 1636

De Battata Virginiana, zoals die in The Herball van John Gerard van 1597 is vermeld. Gerard schrijft: “It groweth naturally in America where it was discovered, as reporteth C. Clusius, since which time I have received rootes hereof from Virginia, otherwise called Norembega, which growe and prosper in my garden as in their owne native countrie.” De tekening in de uitgave van veertig jaar later is duidelijker, de tekst is korter.

Bijzonder aardig is dat op de pagina ervoor Gerard de Sisarum Peruvianum beschrijft, die hij Potatus of Potatoes noemt. Het blad van de plant en ook de zin “The Potatoes grow in India, Barbarie, Spain and other hotte regions, of which I planted divers rootes [….] in my graden, where they flourished untill winter, at which time they perished and rotted.” Wat hij potatoe noemt, is nu in het Engels de sweet potatoe – in het Nederlands bataat (zoete aardappel).

Tabernaemontanus vermeld de aardappel in zijn Neuw Kreuterbuch (1613) als de Grübling Baum met de Latijnse naam Solanum tuberosum esculentum (of Papas Indorum). Maar dat is niet verwonderlijk, want deze uitgave was bewerkt door Bauhin. Hij vermeldt ook Indianische Zuckerwurzel, met dezelfde Latijnse naam als Gerard.


Uilkens besteedt in zijn Groot Warmoezeniers Handboek (1855) uitgebreid aandacht aan de Patater (wat kennelijk toentertijd ook een gangbare naam was), met verslagen van de teelt in de diverse provincies. Er worden heel veel rassen met specifieke eigenschappen genoemd. Hij schrijft: “Men is algemeen van gevoelen, dat de gele aardappels van Peru (papas amarellas) als de oorspronkelijke plant beschouwd moet worden, die alle andere verscheidenheden verre in deugd overtreft.” Interessant is zijn behandeling van de geschiedenis en wie de aardappel naar Europa heeft gebracht. Er komen diverse namen van Britten voor. Het zou Sir John Hamkers of Hamkings zijn geweest die in 1545 de aardappel in Europa introduceerde “terwijl Cuvier zegt, dat zij voor hem in 1565 van Santa Fé [niet die in Arizona, VS. MM] naar Ierland overgebragt werden. Anderen verzekeren, dat zulks eerst in het jaar 1575 door Francis Drake is geschied.” Komisch is dat de een zegt dat Walter Raleigh in 1623 “de eerste uit Virginie medegebragte aardappels in Ierland kweekte, is nogtans onjuist, naardien Raleigh in 1618 in Westminster onthalst is.” [U moet weten dat de Engelsen actief waren in Noord-Amerika. Rond 1584 bezetten ze, dank de expeditie van Sir Walter Raleigh, Virginia. Volgens de een enterden en beroofden de kolonisten voorbijvarende Spaanse schepen, die ook aardappels vervoerden. Maar het kon ook Hawkins zijn geweest, zie hieronder. MM]
Maar ook hij schrijft dat er mensen zijn die zeggen dat de aardappels reeds door de Spanjaarden aan het begin van de 16e eeuw (dus 15xx) werden overgebracht. Volgens Uilkens waren het de Duitsers die als eerste de aardappel als volksvoedsel teelden. Lang leve het Kartoffelbefehl, zullen we maar zeggen.

Catalogus Geo Cooling, Bath, 1910

Aardappels uit Virginia
De Hamkers of Hamkings die Uilkens bedoelt is slavenhandelaar John Hawkins [17] [18] die de aardappels in Santa Fé de Bogota kocht of ruilde, want hij had verse groenten nodig op zijn schip Jesus of Lübeck om scheurbuik te voorkomen. Hij schrijft: “…. deze aardappels zijn de meest delicate wortelen die ik ooit at en overtreffen de pastinaak en wortelen bij verre.” Vermoedelijk heeft Hawkins ze aan Gerard gegeven. Het is ook aannemelijk dat Hawkins de aardappel in 1565 (ook) naar Noord-Amerika bracht. Op 20 juli 1565 meerde hij aan bij het Franse Fort Caroline aan de rivier May – nu St Johns River geheten. De tweehonderd Fransen emigranten die daar op 1 mei 1562 een nieuw leven wilden beginnen, leden honger en hadden last van aanvallen van de Indianen. Het voedsel dat Hawkins aan boord had redde hen. Hawkins zeilde door naar Virginia. En in 1584 beschrijft Harriot de aldaar aangetroffen knol die hij openawk noemt, maar wel heel erg op de aardappel lijkt [17]. Harriot beschreef de Engelse nederzettingen in “A briefe and true report of the new found land of Virginia“. Het behoeft weinig voorstellingsvermogen dat, gezien de Engelse nederzettingen aldaar, het beeld ontstond dat aardappels uit Virginia kwamen. De Amerikaanse president Thomas Jefferson was ook fervent groententeler en experimenteerde ermee. Hij woonde op zijn landgoed Monticello (in Virginia) en hij beschreef in zijn Notes on the State Virginia dat de Engelse immigranten daar de ronde aardappel leerde kennen (al dan niet gecultiveerd is onduidelijk).

Introductie in de Lage Landen
Het feit dat Carolus Clusius de aardappel in Mechelen plantte en later ook in Leiden, wil niet zeggen dat hij daarmee aan het begin van de aardappelteelt in De Lage Landen stond. Net zo min als John Gerard dat was in Engeland. Hoe het begon, is onduidelijk. De eerste vermelding van (enige) teelt dateert van 1697 en betreft Oostburg in Zeeuws-Vlaanderen. Maar het blijk dat in 1699 in de Betuwe al sprake is van serieuze teelt. En in 1700 werd aardappelteelt in Cadzand gemeld. De algemene indruk is (dus) dat de verspreiding vanuit zuidwesten Zeeuws-Vlaanderen, Zuid-Hollandse eilanden begon. Vermoedelijk hing dat samen met de komst van de Hugenoten die het als voedsel meenamen. Sterker is de introductie vanuit Friesland, begin 18e eeuw. Hugenoten vestigden zich in de Friese veengebieden. [25]

Aardappeloogst rond 1919-1930 in de Schermer – foto: Oudheidkundige vereniging Het Schermereiland

De eerste chips met een Nederlands tintje
Cornelius Vanderbilt was spoorwegmagnaat. Hij at in een uitspanning met de naam Crumbs House in Saratoga Springs en klaagde dat de aardappelen te dik waren gesneden. Chef George Crum nam “wraak” door aardappelen flinterdun te snijden, ze te frituren in hete olie en vervolgens (gezouten) te serveren. Tot ieders verbazing vond Vanderbilt deze ‘Saratoga crunch chips’ verrukkelijk. En verder hoeven we het niet uit te leggen. Vanderbilts voorvader, Jan Arentszoon emigreerde in 1650 vanuit De Bilt naar Amerika.

Productie
De grootste telers van aardappelen zijn China, India, Rusland en Oekraïne. Maar dat zijn ook grote landen in oppervlakte. Nederland neemt een tiende plaats in met een dikke 6,5 miljoen ton (miljard kilo). Dat is ietsje minder dan Frankrijk. België staat op plaats 22. Aardappelteelt is dus een grote teelt in het kleine Nederland. In 1950 werd 164.700 hectare akkerland er mee volgezet. In 2019 was datr 167.600 hectare. Dieptepunten waren 1964 met 123.000 hectare en 126.500 in 1998. [12] De aard van de appel is wellicht verschoven van consumptieaardappelen naar die, die louter geschikt zijn voor frites bijvoorbeeld.

In de hele wereld is een trend te zien van sterk groeiende verbouw van de aardappel; het is een belangrijk voedsel. Gelukkig neemt de teelt in Afrika ook fiks toe, zodat we hier van het dogma ‘We moeten in 2050 tien miljard mensen voeden’ verlost raken [13].

Aardappeleters van Jozef Israëls (1902-1903), Commons Widimedia

Aardappeleters
Nee, nu niet Van Gogh. De aardappeleters van Israëls is, net als dat van Van Gogh, niet zomaar een schilderij. Het toont diepe armoede. De familie eet uit een schaal aardappelen; de zetmeelrijke brandstof voor de harde werkers. En om te overleven.

Ierse hongersnood

Voedselrellen in Dungarvan, Co. Waterford, The Pictorial Times, 10 oktober 1846 – Commons Wikimedia

De eerste gevolgen van monocultuur was het toeslaan van de aardappelziekte Phytophthora infestans. Deze veroorzaakte in belangrijke mate de Ierse hongersnood (The Great Famine). Het andere was dat de Engelsen er heersten, en voedsel naar hun eigen land vervoerden. De Ierse bevolking werd gehalveerd. Door pakweg een miljoen mensen stierven en velen gingen naar het beloofde land: Amerika.
Phytophthora infestans komt oorspronkelijk uit Mexico (dus uit Zuid-Amerika) en is via de VS naar Ierland gekomen en over Europa verspreid [11]. In de landen van oorsprong kwam Phytophthora niet voor.

Culinair

Uit: Ik Kan Koken, 6e druk, december 1931

Voor Europese landen geldt dat we 50 – 150 gram p.p.p.d. consumeren, voor Latijns Amerika is het een hoofdvoedsel en eet men 300 tot 800 gram per dag [13]. Een kleine friet bij McDonalds weegt 75 gram.

Vitelotte noir: mooi maar smakeloos

Groene delen zijn giftig. Ze bevatten solanine. Een kwalijk goedje dat vanaf 20 mg al vergiftigingsverschijnselen geeft en dodelijk is bij 400 mg inname. Dit geldt dus voor alles boven de grond, maar ook voor groen geworden (delen van) de knollen. Enfin. Dat weten we allemaal. Toch?

Moeten we verder nog diepgaand op de culinaire mogelijkheden van de aardappel ingaan? Van rösti tot puree. Aardappelen kunnen zowel met als zonder schil worden gegeten. Met schil (dus geen groene schil) vereist goed wassen en schrobben. Bij erg jonge aardappelen laat de schil echter heel makkelijk los. Hoe ouder, hoe taaier de schil.

Bewaren

Vorstvrij, dat staat voorop.
In een kelder of koeling: bij een temperatuur tussen de 4 en 80 C. En goed geventileerd. En donker. Bij lagere temperatuur gaat de kwaliteit achteruit. Hogere temperaturen stimuleren uitlopen. Vanaf januari begint de kritieke periode, dan gaan de aardappelen “ademen” en scheuten vormen. Verwijder regelmatig scheuten, dat verlengt de houdbaarheid.
Inkuilen: maak een kuil op een droge plaats in de schaduw. Bedek de bodem met stro. En afdekken met stro (en wat aarde of zo erover).

Werken met een kiemremmend middel is voor de ecologische moestuinier uit den boze.

Tip: Om kiemen te remmen, meng de aardappels met groene appels. Groene appels geven ethyleengas af tijdens de rijping en dat remt het kiemproces.


Voedingswaarde

Gezondheidsaspecten aardappel – [13]

Per 100 gram geschilde, gekookte aardappel (gegevens van [6]):

calorieën 86 kcal
water  
eiwitten (proteïne) 1,71 gr
vet 100 mg
koolhydraten 20 gr
voedingsvezel  1,8 gr
suikers  0,89 gr
disachariden  
mineralen calcium (8 mg, rauw 30 mg)), ijzer (0,31 mg), fosfor (40 mg); natrium (5 mg); kalium (328 mg); magnesium (20 mg); zink (0,27 mg); koper (167 µg); mangaan (140 µg); selenium (0,3 µg)
Vitaminen:  
vitamine A 0
thiamine (B1)  98 µg
riboflavine (B2)  19 µg
niacine (B3)  1,3 mg
pantotheenzuur (B5)  509 µg
vitamine B6  269 µg
folaten (totaal – B11/ B9) 9 µg
cobolamines (B12) 0
ascorbinezuur (C) 7,4 mg (rauw 11,4 mg)
vitamine D 0
vitamine E (alfa-tocopherol)  10 µg
Vitamin K (phylloquinone)  2,2 µg
Aminozuren  
Lipiden:  
Verzadigde vetten  26 µg
Enkelvoudig onverzadigd  2 µg
Meervoudig onverzadigd 43 µg
Cholesterol  0
  An sich is de aardappel dus niet calorierijk. Wat ‘m echter in een kwaad daglicht stelt is de vetten als gevolg van frituren (patat frites, chips) of de jus die over gekookte aardappelen wordt gegoten. (Of de kaas en boter in puree.)

Nul is ook een waarde, maar waar niets is ingevuld is onbekend.

Teelt

Aardappelen worden het hele jaar door gegeten. Er zijn (daarom) twee teeltwijzen: een met een vroege oogst en een met een late.

Vroege rassen hebben een kortere groeiperiode (3-3½ maand) en een kleinere opbrengst. Meestal tot het einde van het jaar te bewaren. Late aardappelen kennen een groeiperiode van 5 a 6 maanden, ze hebben een hogere opbrengst en ze kunnen tot diep in het volgende jaar worden bewaard.

Poten
Aardappels worden op ruggen geteeld. Voor een normale teelt worden in april de pootaardappelen gepoot en met een beetje aarde bedekt. (De moestuinier doet dit bij voorkeur met zijn tweeën: de een schept met de bats een klein kuiltje van 5 a 10 cm diep, de ander werpt er een aardappel in. En zand -uit het volgende gat – er weer op.) In de loop van het seizoen wordt een paar keer keren aangeaard, waardoor er een rug ontstaat waarin de knollen zich ontwikkelen.

Overigens: er zijn enkele aardappels die het beste min of meer op de grond onder een mulchlaag geteeld kunnen worden. Dit zijn speciale, oudere saladeaardappels.

Koudeklap 2014 late nachtvorst 3 op 4 mei

Vroege aardappelen: half maart – half april poten
Pas op: aardappelen verdragen geen nachtvorst onder de -1½0 C. Dus hoe later de vroege aardappel de grond in gaat, hoe beter. Als het loof bevriest, dan loopt de knol wel weer uit, maar er is een groeiachterstand. Eventueel vliesdoek gebruiken.
Late aardappelen: april – half mei poten, maar wel zo vroeg mogelijk vanwege de aardappelziekte (zie verderop).

Plantafstand
Vroeg: 35 – 40 cm in de rij; 50 cm tussen de rijen.
Laat: 40 – 45 cm in de rij; 70 cm tussen de rijen.
Ruimte tussen de rijen is handig i.v.m. het aanaarden. Je kunt ook in een ruit poten, zo’n 40 cm van elkaar en dan niet in een rug aanaarden, maar hopen maken.

Voortrekken
4-6 Weken voor het planten leg je de aardappels bij zo’n 100 C in het licht. Niet in de rechtstreekse zon. De ogen die dan uitlopen maken korte, stevige scheuten. Als het te donker is, krijg je lange, fragiele scheuten. Soms moet je de aardappels eerst wat warmer wegleggen om de kieming op gang te brengen.
Je kunt de kistjes met aardappelen gerust buiten leggen, maar ze mogen niet nat worden en haal ze binnen als vorst dreigt!

Water
Van de klagende boeren in het NOS Journaal weten we in elk geval dat te veel water niet de bedoeling is. Verder heb ik in de literatuur geen bijzondere aanwijzingen gevonden. Gezond verstand, dus.

Oogst/rooien

Vroege aardappelen: 2e helft juni tot eind augustus
Late aardappelen: 2e helft september tot eind oktober.

Neem een droge, mooie dag. Dan kunnen de aardappelen drogen. Steek met een vork voorzichtig onder de grond en wip de kluit aardappelen omhoog. Rapen! Controleer goed, want er blijven altijd wel wat aardappels achter. En dan staan die volgend jaar tussen de bonen. (Tenminste bij wisselteelt volgens ons roulatieplan.)

Was de aardappels niet, veeg ze desnoods schoon als er veel aarde aan zit.

Bemesting

 compost/stalmestkali
zandgrondveelgeen
andere grondmatigveel
Pas op met stikstof (N). Teveel van dat doet het loof wel goed groeien, maar de aardappelen niet en de kans op phytophthora neemt toe.

Bodem & standplaats

In principe kan de aardappel op alle gronden worden geteeld. Maar als ze kunnen kiezen, gaan ze voor licht zure gronden.

Rassen

In het boek Het Nieuwe Moestuinieren staat onder andere een uitgebreid overzicht van aardappelrassen met daarbij aangegeven o.a. vroeg of laat, vasteheid, kleur, grondoort en natuurlijk phytophthora-resistentie. En nog enkele. Een erg handig naslagwerk voor de moderne moestuinier.

Bij het International Potato Center (CIP Centro Internacional de la Papa) is een internationaal onderzoekscentrum voor aardappel, bataat en andere knol- en wortelgewassen die in de Andes voorkomen (zoals yacon, mashua, oca en wat al niet meer). Er zijn 155 wilde voorouders van de aardappel ontdekt, waarvan er 80 in Peru voorkomen. Leuk is de pagina met ‘the guardians‘ te bekijken; Peruvianen die wel tot vijfhonderd verschillende rassen telen.

Het NVWA Overzicht van in Nederland Beschikbare Aardappelrassen telde in 2020 maar liefst 547 aardappelrassen. En dat zijn alleen aardappelen die commercieel, voor de grootschalige landbouw, worden verhandeld. In de Andes zijn, naar verluidt, nog eens zo’n 5000 oorspronkelijke rassen. Enfin, we noemen hier enkele voor de doorgewinterde moestuinier, die dus meest niet meer in het overzicht voorkomen.

Oude rassenNieuwe(re) rassen
Vroeg (100 dagen na poten)Edzell Blue; ratte d’Ardeche; EerstelingPremière; Prior; Fresco
Halflaat / MiddelvroegAll Blue/Blue Marker (a);  Roseval; Eigenheimer
Laat (125 dagen na poten)Arran Victroy (a);  Pink Fir Apple/Rosa Tannenzapfen;
Ozette; Russian Banana (b)
Texla (d); Nicola (b); Verity (c); Eba (b); Ditta (c); Pimpernel (b)
(a) Is redelijk resistent tegen phytophtora, (b) goed resistent (c) zeer resistent. (d) Texla is ongevoelig.

Opmerkingen
1.   Vroege aardappels zijn over het algemeen gevoelig voor de aardappelziekte (phytophthora). Maar dat is minder erg, omdat de kans dat de ziekte optreedt later in het seizoen groter wordt.
2.   Pink fir Apple (Corne de Gatte) is een juweeltje van voor 1850. Een wasachtige heerlijke salade-aardappel. Moet worden voorgekiemd. Hebben we gehad.
Omdat het zich rozetvormig ontwikkeld, is het het beste is de aardappel op de grond te telen, wel goed (telkens) mulch erover. Hebben we in de tuin gehad. Waarom niet meer?
3.   Arran Victory (1918) heeft een paarse schil. Hebben we in de tuin gehad. Waarom niet meer?
4.   Eba heeft bovendien een grote opbrengst. Pimpernel ook en is geschikt voor zandgronden.
5.   In 2007 hebben we Ratte d’Ardeche (< 1872) en Roseval geteeld. Roseval (1950) is halflaat. De rattes vinden wij vroeg – afhankelijk van hoe het weer is, eind juni al te oogsten.
6.   Vitelotte Noir (truffelaardappel) hebben we ook gehad en na een seizoen eruit geknikkerd: het is leuk, een paarse aardappel en in een salade verras je de gasten, maar het smaakt naar tien keer niks. Het is een Franse aardappel uit de 19e eeuw.
7.   Texla kiemt ook moeilijk, moet dus ook worden voorgetrokken.

Zaadteelt – Vermeerdering

Zaadteelt is niet iets voor de moestuinier.
Pootgoed telen is weer een apart verhaal.
De moestuinier houdt dan wat middelgrote aardappelen achter en poot die het volgend jaar weer. Doch koop regelmatig nieuwe pootaardappelen, anders loop je toch kans op virusziekten. Wij kopen ieder jaar rosevals en rattes bij Hanos en die laten we voorkiemen. Makkelijk en niet duur.

Ziekten en belagers

Aardappels zijn nogal gevoelig voor ziekten. De een meer dan de ander. Het Bintje (anno 1906) is zo uit de gratie geraakt: ze was onvoldoende resistent, d.w.z. er moest te veel gif worden gespoten. Belangrijk zijn:

  • Aardappelziekte (what’s in a name) of phytophtora: een schimmel dat zich via de wind bij warm en vochtig weer verspreid. Veroorzaakt vlekken op het blad en het loof zal snel afsterven. Er is weinig tegen te doen op een milieuvriendelijke manier. Het helpt door aardappelen vroeg te poten. Als de ziekte toeslaat, is er tenminste nog een behoorlijke oogst.
  • Coloradokever. Het zijn mooie zwart-geel gestreepte kevers van 1 cm lengte. De rode larven doen zich tegoed doen aan het blad van de aardappel. Ze vreten een plant behoorlijk snel kaal. Controleer in april en mei of er kevers zijn. Volgens [2] is het zo dat als je de eerste kevers wegvangt en vernietigd, de kans klein is dat je nog nieuwe zult zien.
  • Aardappelmoeheid. Dat is het gevolg van uitgeputte grond doordat te vaak achter elkaar op hetzelfde stuk aardappelen worden geteeld. Het kwaad wordt gedaan door aardappelcysteaaltjes. Maar dat terzijde, want de echte ecologische moestuinier doet aan wisselteelt en heeft een roulatieplan. Voor aardappelen: minstens 4 jaar.

Literatuur: [1] Food Plants of the World; [2] Handboek Ecologisch Tuinieren; [3] Planten voor Dagelijks Gebruik; [4] Groente & Fruit Encyclopedie; [5] Wikipedia 12-2007/06-2020; [6] UDSA National Nutrient Database for Standard Reference, Release 20 (2011); [7] Smithonian – How the potato changed the world (2011); [8] De Aardappel, knolgewas van wereldformaat Wageningen UR (2015); [9] Real Academia Española (voor de verklaring van patata); [10] El increíble viaje de la papa andina, BBC Travel [11] ELife Sciences: Genomics: The early days of late blight, 18 juni 2011; [12] Aanbevelende Rassenlijst Akkerbouw 2020; [13] The Potato Crop, Hugo Campos & Oscar Ortiz, 2020; [14] The Impact of the Potato, Jeff Chapman, History Magazine; [15] The Secret History of the Potato, Science, 15 mei, 2007; [16] Potato Origin and Production, december 2018; [17] Sturtevant’s Edible Plants of the World; [18] Useful Plants of Neotropical Origin: and Their Wild Relatives, Heinz Brücher; [19] Cornucopia; [20] Groentekookboek, Jane Grigson; [21] Nutzpflanzen, Reinhard Lieberei & Christoph Reisdorff; [22] Het Nieuwe Moestuinieren, Hans van Eekelen; [23] Heirloom Plants, Thomas Etty & Lorraine Harrison; [24] Das Lexikon der Alten Gemüsesorten; [25] Door eendrachtige samenwerking, De geschiedenis van de Aardappelveredeling in Nederland 1888 – 2018, Jan van Loon;

Plaats een reactie