Dieren in het Derde Rijk

In het Derde Rijk speelden dieren een speciale rol. De Nazi’s hadden strenge dierenwelzijnswetten, Göring hield van leeuwen en was fervent jager. Adolf Hitler was vegetariër. Dit boek geeft een andere, soms bizarre kijk op de geschiedenis.

Dieren hebben bij De Tuinen van MergenMetz een belangrijke plek – in de tuin en in huis, van wild tot tam. Vandaar dat ons oog viel op dit van oorsprong Duitstalige boek, geschreven door journalist Jan Mohnhaupt. Het is een aardig boek voor wie geïnteresseerd is in de geschiedenis van Duitsland in het algemeen en de Tweede Wereldoorlog en het Nationaalsocialisme in het bijzonder. De dieren zijn soms vooral kapstok om daarover te vertellen; maar de wetenswaardigheden daarom niet minder interessant (en soms schrijnend).

Herdershond, varken, zijderups, kat, hert, paard. In dit boek speelt een selecte groep dieren een hoofdrol ; aan elk dier worden een aantal korte hoofdstukken gewijd. En aan de hand van dat dier wordt dan een thema uit de geschiedenis van het Nationaalsocialisme uitgediept.

Adolf Hitler met zijn hond Blondi bij Berghof, uit Eva Braun’s albums – National Archives at College Par

De Duitse herdershond leent zich voor een vertelling over de theorie van verschillende rassen – van dieren, maar ook van mensen. Natuurlijk komt Hitler zelve in dit hoofdstuk in beeld; hij had door de jaren meerdere herdershonden, die overigens meestal Blondi heetten. Rondom het edelhert vertelt Mohnhaupt over de jachtpassie van Hermann Göring, waar bijna al het andere voor moest wijken en die uiteindelijk mede leidde tot zijn politieke uitrangering. Katten, die door de nazi’s werden gezien als minderwaardig, lenen zich voor een bespiegeling over de mensonterende behandeling van de Joden in het Derde Rijk (en van hun huisdieren).

En de zijderupsen waren een, met de blik van nu enigszins absurdistische, poging tot zelfvoorzienendheid en propaganda ineen. Het idee was: Schoolpleinen beplanten met moerbeibomen en dan de schoolkinderen de rupsen laten opkweken, zodat daar kostbare zijde voor parachutes uit gewonnen kon worden. Alles ten dienste van de oorlogsmachine.

Een veelzijdig en boeiend boek dat ons op een andere manier naar de geschiedenis doet kijken. Een ware aanrader.

TitelDieren in het Derde Rijk
VanJan Mohnhaupt (vertaald uit het Duits door Jeske Nelissen en Ronnie Boley)
UitgeverHollands Diep
ISBN978 90 488 6050 0
Verschenenoktober 2021
Prijs € 23,99
Verkrijgbaar bijKies voor de boekhandel van steen en cement. En àls je een webshop prefereert, kies dan deze.

Varken

Wij hebben zelf varkens, bonte Bentheimer landvarkens. Vandaar dat onze interesse daar naar uit gaat. De nazi’s zagen het varken als het Ware Duitse Volksvoedsel. Sterker nog, ze gebruikten het varken als een verklaring voor de superioriteit van het Arische ras. Je moet je daarbij realiseren dat eind jaren 1930 van de toen 18 miljoen Duitse huishoudens er nog 5 miljoen een of meerdere varkens hielden.

Zo’n bak verscheen in Duitse keukens vanaf 1936, om keukenafval in te verzamelen voor de varkensmesterij – foto: Oxfordian Kissuth, Wikimedia Commons

Het varken was huisdier en afvalverwerker in een. De Nationaalsocialistische regeringen, in hun aanloop naar de oorlog, werkten aan een sterke voedselvoorziening binnen Duitsland. Het varken speelde daarin een belangrijke rol. Ik vond het interessant om te lezen dat, om meer varkens te kunnen vetmesten, Duitse huishoudens werden aangespoord (en later verplicht) om keukenafval in te zamelen. Bordjes met ‘strijd tegen verspilling’ kwamen in de keuken te hangen. Net als nu eigenlijk… Alleen nu doen we het voor de oorlog tegen de klimaatverandering, niet voor de oorlog tegen onze buren. Het liep overigens in nazi-Duitsland uit op een mislukking. Ook interessant: Hitler (die geen vlees at) en ook Himmler hielden er verrassend moderne denkbeelden op na, als het gaat om vlees eten. De vleesconsumptie moest volgens hen in de toekomst worden beperkt en vlees kon dan worden vervangen door smakelijke, betaalbare en gezonde groenten.

Paard

Het voor mij persoonlijk meest ontnuchterende deel van het boek gaat over paarden. Meteen in de eerste alinea’s ontkracht Mohnhaupt het beeld dat de ‘moderne’ Tweede Wereldoorlog vooral een mechanische oorlog was, terwijl in de ‘ouderwetse’ Eerste Wereldoorlog nog heel veel paarden werden gebruikt (en geslachtofferd). Want ook in de jaren 1939 tot 1945 speelden paarden een belangrijke rol, vooral aan het oostfront. Daardoor was het misschien voor ons in West-Europa minder zichtbaar?

Geen taboe: Hier in Berlijn-Tempelhof, voorjaar 1945, wordt een stervend paard door de hongerige bevolking in stukken gesneden – foto uit het boek
Paard zoekt wat te eten tussen de puinhopen van Stalingrad, 1942 – foto uit het boek

In al hun triestheid verschilden de omstandigheden aan het oostfront van Hitler eigenlijk helemaal niet zoveel van de Russische veldtochten van Napoleon. In totaal trokken tijdens de Tweede Wereldoorlog bijna drie miljoen paarden voor Duitsland naar het slagveld. Drie miljoen! En ze stierven bij bosjes. In gevechten, aan ziektes en uitputting, of ze werden geslacht om uitgehongerde soldaten tot voedsel te dienen. In dat laatste geval was hun dood in ieder geval niet volledig zinloos. Het paard als symbool voor de mislukte oorlog en de totale verspilling van levens (van mens en dier). Als ik nog geen pacifist was zou ik het ervan worden.

Iets te doorwrocht misschien?

Wij houden van doorwrochte boeken. Dat is dit ook – van de ongeveer 250 totale pagina’s zijn er maar liefst 70 noten, literatuurlijst en index. Dat is best zwaar voor een boek dat toch vooral het bredere publiek aan lijkt te willen spreken. Misschien zegt het iets over de gevoeligheid van het onderwerp dat Mohnhaupt heeft opgepakt (en over de bergen en bergen literatuur die er al over bestaan). Toch voelt het boek soms een beetje als een verzameling losse anekdotes, niet allemaal even zorgvuldig uitgewerkt. Het is voor niet-ingewijden in de Duitse geschiedenis hier en daar wat lastig te volgen. En de schrijver maakt in een aantal hoofdstukken vreemd of gekunsteld aandoende stijlkeuzes, bijvoorbeeld over een denkbeeldige persoon Hans.

Een goed boek zet je aan het denken

Toch is het een aanrader. Het leest vlot. En wat dit boek interessant maakt zijn de vele wetenswaardigheden. Maar wat het goed maakt is dat het je aan het denken zet.
Want wat zegt het eigenlijk, dat de Nazi’s hele strenge wetten optuigden rondom dierwelzijn, bijvoorbeeld rondom veetransporten?
En wat leren we ervan dat Hitler zo vaak de uitspraak bezigde: “Sinds ik de mensen ken, heb ik de honden lief” (waarmee hij de Pruisische koning Frederik de Grote citeerde), maar toch aan het einde zijn eigen hond en haar pups liet vermoorden, voordat hij de hand aan zichzelf sloeg?
Dat dierenliefde en mensenliefde niet samen hoeven te gaan is in ieder geval maar weer eens pijnlijk duidelijk.

Hongaars eerste minister Julius Vitez graaf Gömbös van Jakfa (tweede van links) als gast van Hermann Göring (uiterst links) tijdens een jachtpartij op de Romintener Heide in Oost-Pruisen – 27/28 september 1935.
Door een hele akker met kalk-arsenicum te besproeien, hoopt men de coloradokever uit Duitsland te verdrijven – gepubliceerd in Signal 21/1941

Link naar een artikel over dit boek in het Duitse tijdschrift Der Spiegel

Plaats een reactie