Voedsel uit het bos

Nadat het te ontwikkelen voedselbos Schijndel op 13 oktober 2018 onderwerp bij Nieuwsuur was, lijkt de hype, die een jaar of zes geleden ontstond, hernieuwd leven ingeblazen. Maar in de tussentijd stond de wereld niet stil. Op 25 oktober j.l. bezochten de het symposium Voedsel uit het Bos, de eindpresentatie van het POP3-onderzoek naar mogelijkheden voor landgoed Welna nabij Epe.

Grote belangstelling

Kort samengevat

Tussen de honderdvijftig en tweehonderd deelnemers met een ongeveer evenredige leeftijdsverdeling – zelfs de groep 56-65 jaar telde 20% van de aanwezigen -, waren bijeen in de “kapel” van hogeschool Van Hall Larenstein. Dit grote aantal bewijst dat menigeen nog zoekende is. De middag was goed verzorgd met ter zake kundige sprekers. De plannen voor Welna stonden centraal. De algemene conclusie is dat landbouw en natuur, nu twee aparte overheidsbeleidsgebieden, nader tot elkaar moeten komen. Een natuurlijk ingericht bos, met de nodige gelaagdheid, kan zichzelf uitstekend in stand kan houden en levert (veel) voedsel op. Het heeft bovendien een zeer positieve invloed op het milieu en biodiversiteit. Maar of en vooral hoeveel ermee kan worden verdiend blijft onduidelijk. Bossen anders dan voor houtproductie kennen we niet. Dus getoonde berekeningen kennen een hoog wensgehalte. De titel van het symposium lijkt bewust gekozen, omdat de plannen voor Welna eigenlijk geen voedselbos avant la lettre de Van Eck zijn.

Alles heet voedselbos

Veertien dagen – van 12 oktober t/m 26 oktober 2018

Sinds 13 oktober is ons artikel Voedselbossen – de zin en de onzin van augustus 2016 ruim tweeduizend keer gelezen. Na twee-en-een-half jaar nog steeds actueel, want er wordt wat afgekletst. Alles heet opeens een voedselbos, tot en met, bij wijze van spreken, een bundel bessenstruiken op vijftien vierkante meter. Nee, dat is geen voedselbos, zegt de ander, dat is een eetbare bostuin. Ja,ja….

De dames van Très Jolie startten in 2002 hun fruittuin. (Dat is zeven jaar voordat Van Eck zijn Ketelbroek aanplantte!) Die fruittuin zou vandaag de dag door menigeen een voedselbos worden genoemd. Goeroes als Mark Shepard en Joel Salatin zijn de afgelopen jaren meer dan eens naar Nederland gehaald. Zij prediken weliswaar een andere, meer duurzame vorm van landbouw, maar geen voedselbos.

Wat is een voedselbos niet

Eindelijk maakt Wouter van Eck, onze Nederlandse goeroe, kort metten met de begripsverwarring. Voedselbossen zijn een vorm van agroforestry (een begrip dat zich niet laat vertalen). Maar agroforestry is niet per definitie een voedselbos. (Zie ook ons artikel uit 2016.) En verder zegt hij het oneens te zijn met Shepard:
“In een voedselbos lopen geen koeien, schapen of varkens. En er wordt ook niet geploegd.”
Waarmee hij dus bijvoorbeeld lanenteelt met eenjarige gewassen ertussen – ook al is het tijdelijk, om in de opstartjaren inkomsten te genereren – niet als voedselbos ziet.

Verwoeste gronden

Van Eck vertelt dat overal waar mensen in het verleden (intensievere vorm van) landbouw gingen bedrijven, vandaag de dag woestijnen zijn.
“Kijk naar Syrië en Irak. Dat is nu woestijn, maar het was vroeger bosrijk. Kijk naar Libië dat de graanschuur van de Romeinen was. En China met de Gobi woestijn.” Die laatste groeit nog steeds door ontbossing en overbegrazing. Hij noemt de Veluwe een rampgebied.
“Dat was vierduizend jaar geleden een weelderig bos in meer lagen, met eiken, lijsterbessen, kruisbessen en ja, zelfs de kiwi.”
“Lindebomen hebben zeer smakelijk blad. In ons land zijn in het verleden lindebomen omgehaald, de stobben liepen weer uit. Het vee at er vier of vijf keer van en daarna geeft de boom het op. We noemen het romantisch woeste gronden, maar het zijn verwoeste gronden.”

Woeste gronden – De Wodanseiken, zuidelijke Veluwe – Jacob Cremer 1849

Herstelkracht

Van Eck roemt de herstelkracht van de natuur. Wat hij verwachtte over vijfentwintig jaar te zien op Ketelbroek is nu na vijftien jaar misschien al het geval.
“De natuur herstelt zich. Dat zie je ook op de schrale grond, waar heide staat. Daar vestigen zich berken en andere zaailingen. Dat wordt dan op den duur bos. Maar wat doet de mens? Die wil de heide behouden en laat er schapen grazen die elders poepen.” (Dus nutriënten weghalen.)
Zijn boodschap is een rijke grond, die als een spons werkt: “1% meer organische stof scheelt 170 kubieke meter water per hectare per jaar.” En een natuurlijk bodemleven, met de schimmels die de bomen voeden. (Lees dit boek.) Zoiets creëer je met een gelaagd bossysteem met welgekozen en gemengde aanplant.

Wij zien hier een overigens een duidelijk verband met de resultaten van het onderzoek van NIOO-KNAW, Universiteit Leiden en Wageningen UR. Op 5 februari 2018 publiceerden zij de resultaten van meerjarig onderzoek. Biologische landbouw is net zo productief als gangbare landbouw. Alleen duurde het een jaar of tien, twaalf, eer het bodemleven weer volledig was hersteld. Lees dit. [Commentaar MergenMetz]

We zijn het Paradijs uitgezet. Nu moeten we werken.
Van Eck focust op de biodiversiteit. Het rijke dierenleven (vogels, insecten enzovoorts) op Ketelbroek en vergelijkt hij met de Veluwe. De achteruitgang van de wespendief is de metafoor voor de verschraling van dit natuurgebied. Er zijn minder wespen, waarom? Maar ook veel minder andere soorten vogels. Hij toont resultaten van een onderzoek door studenten van Van Hall Larenstein. Het lijstje waargenomen vogels op de Veluwe is verbazingwekkend kort. [Wij vragen ons af: Waar op de Veluwe is geteld? Wanneer en hoe lang? Misschien in het schrale monocultuur larixbos van landgoed Welna? MM]

Volumeproductie door lanenteelt op Welna

Dubbeldoelhout

Fransjan de Waard presenteerde het onderzoeksresultaat voor het landgoed Welna. Het valt uiteen in vier thema’s:

  1. Volumeproductie,
  2. Biodiversiteit,
  3. Beleving en
  4. Gastronomie.

Het landgoed is daartoe in vier verschillende vlakken gedeeld. De Waard gaat in zijn voordracht met name in op de volumeproductie. Dat is lanenteelt. Hij stelt dat de vraag naar kwaliteitshout groeit, dus is het zoeken naar dubbeldoelhout een uitdaging: bomen met gewilde vruchten en (later)waardevol hout.
“Iets dat nog nooit is gedaan,” zegt hij. Hij bedoelt wellicht in Nederland, want het is de goede Franse (boeren-)gewoonte dat men walnotenbomen op het erf plant voor de volgende generatie, die dan het waardevolle notenhout kan verkopen.

Koreaanse pijnboom – Foto: Comons Wikimedia, Agnieszka Kwiecień, Nova

De Waard vertelt ook dat ze “iets” hadden gelezen over Romeinen die de druivenplanten in bomen lieten groeien. Dat is grappig, want tijdens ons verblijf onlangs in Frankrijk hebben we Mas des Tourelles bezocht waar nog deels op Romeinse wijze aan druiventeelt wordt gedaan en wijn wordt gemaakt. Ook noemt hij de Koreaanse pijnboom. Het duurt echter een jaar of veertig eer deze pijnboompitten produceert, hoewel, volgens De Waard, er nu door enten bomen zijn die na vijftien jaar pitten produceren. En pijnboompitten leveren 35 euro/kg op. Zegt De Waard. We weten niet aan wie hij ze denkt te verkopen. Bij de horeca-groothandel zijn fraaie kwaliteit pijnboompitten minder duur.


Hij toont een grafiek met de verwachte K/B (kosten-baten) per hectare. In jaar 6 zou het al moeten opbrengen en vanaf jaar 10 is het saldo positief. Vanaf jaar 12 schommelt het batig saldo iets boven de twintigduizend euro per jaar. Per hectare. Wij plaatsen daar grote vraagtekens bij, alleen al omdat de kosten pakweg vijftienduizend euro per jaar bedragen.  Het jaarrond oogsten van diverse fruitsoorten, grotendeels met de hand, bladeren en noten, vergt alleen al veel manuren. Wellicht een volledige dagtaak.

Colbitzer Lindenwald – Foto: Commons Wikimedia – Fritz Fabert

Hek eromheen

Ten aanzien van de biodiversiteit op Welna is hij kort – dat was al in grote mate door Wouter van Eck behandeld. De Waard noemt het Colbitzer Lindenwald als voorbeeld van een enorme biodiversiteit. Recreatie kan iedereen voor zichzelf invullen en het onderdeel gastronomie komt in feite neer op wat nu bij Ketelbroek al gebeurt.
Een vraag uit het publiek is of er herten, reeën en wilde zwijnen in het bos mogen blijven lopen. Voor hen wordt Welna immers ook een paradijs. Maar volgens Van Eck zijn varkens en andere grote dieren ongewenst in een voedselbos.
“Om het hele landgoed moet dan wel een hek worden geplaatst,” zegt De Waard. De zaal roezemoest. Dat is een kostbare aangelegenheid, want dat moet èn wildzwijn bestendig zijn èn zeker twee meter hoog. Herten en reeën kunnen flinke sprongen kunnen maken. (Dat weet ook Boswief. Ook omgeving Epe.)


Poorten erin

De laatste spreker is Rino Jans van Coöperatie Bosgroep Midden Nederland, hij wandelt snel door de wetgeving en subsidiemogelijkheden. De SNL-subsidie vereist dat het landgoed 358 dagen per jaar voor publiek toegankelijk is. Dus er moeten poorten in het hek komen die open staan.

De allerlaatste woorden zijn van Frank Gorter van Landgoed Welna, opdrachtgever van het POP3-onderzoek. Hij is duidelijk enthousiast en uit in nogal zweverige bewoordingen dankbaarheid voor de aandacht en het plan.
“Dan hebben we walnotenbomen, voor hout. En elk jaar noten. Zomaar dertig kilo walnoten. Weten jullie wat dat opbrengt?”
Hoe hij aan dertig kilo komt, is onduidelijk. Maar een notenboom gaat na een jaar of acht wat leveren. En de gemiddelde productie is 16 kg noten per boom per jaar. Landgoed Welna kent arme zandgrond, niet de ideale omgeving voor notenbomen.
“Dertig euro misschien,” brom ik naar mijn buurvrouw.
“Honderdvijftig euro!” roept Frank.
We kijken elkaar verbaasd aan.

Verdienmodel

Kosten gaan voor de baat. De realiteit gebiedt te zeggen dat, welk model je ook hanteert, er pas na een jaar of zeven enige opbrengst is. Dat wil nog niet zeggen dat er sprake van winst, echt inkomen, is.
Een niet gering deel van de voedselbosaanhangers bagatelliseert of verafschuwt zelfs economisch denken. Dat mag. Als je het voor eigen gebruik ziet tellen arbeidsuren eigenlijk niet.
Maar geld is het ruilmiddel in de maatschappij en als een voedselbos als “alternatief” voor gangbare landbouw wordt voorgesteld, moet er wel een inkomen uit kunnen worden gehaald.


Pijnboompitten leveren 35 euro/kg op. Zegt De Waard. We weten niet aan wie hij ze denkt te verkopen. Bij de horeca-groothandel zijn fraaie kwaliteit pijnboompitten minder duur. De pitten moeten worden geoogst. Dat betekent hoog de boom in om nog gesloten vrouwelijke kegels te plukken – of een doek om de boom en wachten tot ze erin vallen, maar eekhoorns en vogels lusten ze ook – en dan de kegels leegschudden. Dan moeten ze worden geschoond (wannen) en verpakt. Dat kost geld, want het is arbeidsintensief en/of kost de nodige machinerie. Ze moeten worden verkocht en getransporteerd. Dat kost ook tijd en geld. En dan is het wel zo praktisch om veel Koreaanse pijnbomen bij elkaar te hebben staan. Als ze kris-kras tussen andere bomen staan, betekent dat veel meer werk. Dus vandaar de lanenteelt op Welna.

Walnoten – Foto: Commons Wikimedia, Joxemai

Dat geldt ook voor de walnoten van Gorter. In onze tuin wordt pakweg de helft door de eekhoorns “geoogst”. Wie nu googelt op het Internet zal zien dat voor een pak walnoten, ongepeld, schoon, netjes verpakt, de consumentenprijs inclusief BTW rond de drie euro per 400 gram ligt. Dat is 210 euro voor 30 kg (excl. BTW). Dan is het voor pakweg 150 euro in de winkel, maar de stap ervoor is leveren aan een notenverwerkingsbedrijf, die wast, droogt, verpakt en in verzenddozen doet, verkoopt en verstuurt. Dus ja, Frank, het kan, als je dat dan allemaal zelf doet. Maar dan zijn je kosten ook aanzienlijk hoger.


En dat is het grote probleem met de calculaties die voor voedselbossen worden gemaakt. Op deze dag worden we niet veel wijzer. Inzicht in hoe de calculaties die tot die fraaie grafieken leiden, zijn gemaakt, ontbreekt. En volgens ons is er ook geen rekening gehouden met de investering in een meters hoog hek. Landgoed Welna is 560 hectare groot.
En in hoeverre is er rekening gehouden met investeringen en minimaal vereiste rendement. Stel je hebt € 50.000 ter beschikking. Als je dat in een duurzaam fonds belegt, bedraagt je rendement pakweg 6% per jaar. Dat is € 3.000. We houden even geen rekening met inflatie: Als je dus die € 50.000 investeert in bomen en heesters, hekwerk en wat al niet meer, dan mis je die € 3.000 per jaar aan inkomsten. Die moet je terugverdienen met de verkoop van vruchten, hout, noten, blad. Maar ook die € 50.000, in bijvoorbeeld tien jaar, want dat geld is definitief weg. Dat is dan grofweg € 8.000 per jaar, plus dat je moet reserveren voor vervanging van bepaalde investeringen. Het hek heeft geen eeuwig leven. Van die dingen.

Ketelbroek 2017, vrucht akebia

Van Eck zegt dat hij nu drieduizend euro per hectare per jaar met Ketelbroek verdient. Dat is pakweg tien keer meer dan een gangbare boer vangt, die daardoor zijn bedrijf moet uitbreiden en uitbreiden.

Van Eck werkt nauw samen met restaurant De Nieuwe Winkel en van Ketelbroek komen vruchten, blad- en andere plantdelen. Menig vrucht is vandaag de dag nog bijzonder en heeft dus extra attractiewaarde, dus een hogere prijs. Maar als iedereen de Chinese vruchtmeidoorns gaat telen of de uiensoepbomen, ligt dit straks bij Albert Heijn op de groenteafdeling.[CommentaarMergenMetz]

“Dan hebben we een prachtig bos met veel biodiversiteit, die veel CO2 vastlegt en voor verkoeling zorgt,” is zijn reactie op de opmerking uit het publiek dat met veel voedselbossen concurrentie ontstaat. In essentie heeft hij gelijk. Zijn Ketelbroek en ook het bos dat in Schijndel moet verschijnen, zijn experimenten. Om te laten zien dat we met de natuur en in de natuur voedsel kunnen verbouwen. En niet zoals nu, met monoculturen, bestrijdingsmiddelen en (over-)bemesting die het bodemleven de nek omdraait.


In vruchtbare aarde

Na afloop spreken we kort met Pip Gilmore van Groene Takken. Ze vindt veel enthousiaste voedselbosaanhangers zeer naïef.
“Weet je wel hoe veel tijd het kost om walnoten te rapen?” zegt ze met enige spot in haar stem, “En wat dacht je? Gaan die mensen met een voedselbosje hun vakantie afzeggen omdat de appels moeten worden geplukt? Of bosaardbeitjes in de zomer? Vroeger was er altijd wel één iemand thuis. Nu heeft vrijwel iedereen een baan.”
Ik moet lachen, Pip weet waar ze het over heeft. In zijn voordrachten grapt Van Eck vaak dat bepaalde bomen pas echt produceren als hij allang tussen zes planken ligt. Dan wel in vruchtbare aarde.

6 gedachten over “Voedsel uit het bos”

  1. Wouter van Eck zou met voedselbos 3000 Euro per hectare per jaar verdienen Telt hij wel alle kosten ?
    Winst is netto opbrengst min alle kosten waar onder ook arbeid.
    Werkt hij soms voor niets of heeft hij kaboutertjes die dit gratis doen ? Ben zeer geintereseerd hoe hij dit klaar speeld..
    Zou graag zijn voedselbos een bezoek brengen.

    Groet Wiel

    Beantwoorden
    • Zijn voedselbos is bij gelegenheid te bezoeken. Die 3 mille moet je in dit geval anders bekijken: ze plukken het een en ander, o.a. voor het restaurant De Nieuwe Winkel en een biologische supermarkt. Dus arbeidsloon is nul. Misschien telt hij excursies ook mee. Ik haal niet voor niets de walnoten en pijnboompitten aan. Overigens zag ik vandaag, in een biologische winkel, walnoten voor 4 EUR/kg, incl BTW.

      Beantwoorden
    • Overigens levert Aaltener troshaver gemiddeld rond de 2000 eur/ha op. Consumptiehaver is 80 cent per kilo (voor de boer), veevoerhaver is 20 cent per kilo. Gemiddeld misschien 50 cent. Maar ja, de boer moet van die drie mille dan wel de loonwerker e.d. betalen.

      Beantwoorden
  2. Op 10 maart 2019 lezen we de Hanos-krant: emmer met 1800 gram gepelde walnoten voor 22,95 euro. Dat is 12,75 per kg. Dat is 382,50 euro voor 30 kg. Gepeld, bij de groothandel, in een emmer. Kortom, Frank Gorter, blijf vooral dromen.
    Aanbieding Hanos maart 2019

    Beantwoorden

Plaats een reactie