Nationaal Veeteelt Museum

Omdat we nogal nauw betrokken zijn bij het zeldzame varkensras Bonte Bentheimer en enige tijd geleden het boek Van Everzwijn tot Vleesvarken van Henk Slaghuis & Rienk van der Berg kochten, werd het tijd dit museum in Beers (nabij Cuijk) te bezoeken. Klein maar zeer fijn.

Henk Slaghuis is als vrijwilliger bij dit museum betrokken en wij weten van Henk dat hij de varkensfokkerijspecialist is van Nederland. Of beter: was, want hij is gepensioneerd. Maar misschien toch nog steeds wel is.

Het is rustig in het veeteeltmuseum als wij het betreden. Een gezin wordt net door Paul Rambags rondgeleid en we kunnen aansluiten. Paul is oud-dierenarts en als vrijwilliger aan het museum verbonden. Hij is de enige man van dienst op deze zondagmiddag. Hij is blij met het bezoek en leidt graag rond. Een begenadigd verteller.

Vangen

Gevestigd in een deel van het oude KI-station in Beers, is het niet raar dat een belangrijk deel van het museum is gericht op de aspecten van kunstmatige inseminatie.

"Door KI worden veel minder infecties tussen de dieren overgedragen," licht Rambags toe. Het is een bijkomend voordeel, want ook dieren kennen namelijk soa's. Een beer (varkens), hengst (paarden) of stier (koeien) moet "het" eerst één keer echt gedaan hebben. Dan is hij gewend aan de vorm en textuur van het vrouwelijke dier. Voor het "vangen" van sperma worden nepdieren gebruikt. Een nepkoe is een stalen vorm bekleed met een koeienvacht. Erin/eronder [zie pijl], zit de vanger. Die schuift een kunstschede over de penis van de stier en vangt het zaad. Zo simpel is dat.
"Zo simpel is dat niet," luidt de correctie van Rambags "Een stier is het snelst van alle dieren. Sneller dan konijnen, sneller dan kippen, sneller dan de mens. Dus je moet alert en secuur zijn." En er volgt een verhaal over zijn studententijd waarbij de dierenartsen in opleiding ook het vangen eens zelf moesten ervaren. En, ja, u begrijpt het, dat ging wel eens mis.

Sneller berig

Interressant, zeker voor ons omdat we twee jonge Bonte Bentheimer-beren hebben lopen, gescheiden van de wat oudere zeugen, is om te weten dat zeugen door het ruiken en zien van een beer sneller en beter berig worden.

[Foto: Op de voorgrond staat de nepzeug.]

"Het sperma van een hengst wordt twee tot vijftien maal verdund, gemiddeld acht keer. Dat van een stier kan wel duizend keer verdund worden en van een beer maximaal dertig keer." Afhankelijk van de kwaliteit.

In de varkenshouderij worden zeugen berig gemaakt door een nepbeer met berengeluid en berenlucht in de stal langs de zeugen te leiden (op een wielen of hoe dan ook).
"Zeugen die een beetje berig zijn, geeft de boer een blauwe streep. Die ècht berig zijn een rode," vertelt Rambags. De beer doet het op een kale nepzeug. En na de verdunning wordt het zaad bij de roodgestreepte zeugen ingebracht.

Diepvrieszaad

[Foto: Een rietje uit het vloeibare stikstof]

Paul Rambags haalt tot onze verbazing rietjes met sperma uit een vat vloeibare stikstof.
"Bij -1960 C is het zaad wel vijftig jaar houdbaar," verklaart hij. Voor koeien gaat dat uitstekend. Bij paarden komt men nog steeds problemen tegen, net als bij varkens." In de industrie is dat fnuikend; als een zeug wordt geïnsemineerd met dood zaad, moet er weer drie weken worden gewacht. Bij varkens werkt men derhalve nog vaak met vers zaad, dat een paar dagen houdbaar is.

Interessant om te weten is dat in de begintijd van de kunst van de kunstmatige inseminatie de zaadcellen vaak dood bleken te zijn. De oorzaak bleek het water in de sperma. Als het bevriest zet water uit en dat drukt de zaadcellen in het rietje kapot. Tegenwoordig worden de zaadjes uit het sperma gecentrifugeerd en bewaard in een andere vloeistof. Vroeger eigeel of glucose, tegenwoordig synthetische middelen.

Paul Rambags warmt het rietje op in zijn hand en even later zien we onder de microscoop, op het scherm, de zwiepende staartjes van de spermatozoïden.
[Foto: Zwiepende staartjes op het scherm]
 
Bij de uitleg over de inseminatie wordt duidelijk dat de afstand die het zaad bij een koe moet afleggen, ca. 40 cm is. Bij varkens is die veel groter, daar deze wel dertien biggen kunnen krijgen en de baarmoeder daardoor flink is opgerekt. Doelgericht insemineren is noodzakelijk.

Draagtijd

Een varken draagt drie maanden, drie weken en drie dagen. In een andere ruimte van het museum wordt aandacht besteed aan de geboorte – of beter: wat daarbij mis kan gaan.

We besparen u de details van kalveren met dubbele hoofden e.d. Maar geloof ons: niet alleen bij mensen komen akelige mutilaties voor.

Ontvlimmen

"Ontvlimmen," noemt Paul Rambags het. Het vak van dierenarts moet worden ontvlimd. Er is door de verregaande industrialisatie nog weinig romantisch en idealistisch aan. Hij refereert aan dokter Vlimmen en James Herriot. "Er is sprake van verharding. De belangen zijn groot en als een dierenarts de ruimte binnenstapt waar honderden, misschien wel duizenden dieren bij elkaar worden gehouden, dan drukt hem een zware verantwoordelijkheid." Hij zegt het niet, maar we denken het wel: ook hier doet de claimcultuur zijn opgang. Een foutje van de arts kan veel geld kosten.

 

 

 

 

– Oude prent van … een varken? –
– Mrs. M wijst de Bonte Bentheimer aan –

– Nederlands landvarken? Inmiddels uitgestorven –
– Rambags vertelt over het melken –

Natuur en techniek gaan hand in hand

Dat de industrialisatie binnen de veehouderij onverdroten voortschrijdt moge duidelijk zijn. Via een chip om hun nek houdt de boer op zijn computer alles bij en het voederen wordt automatisch aangepast. Hoeveel melk heeft de koe de vorige keer gegeven? Is een koe zeven weken drachtig, dan zo veel voer. Van die dingen. Het melken gaat meer en meer met zogenaamde melkrobots. Er komt geen hand meer aan te pas.
"Inmiddels heeft men fokstieren met hogere poten geselecteerd. De daaruit voortkomende koeien hebben ook langere poten, zodat het makkelijker is met een melkrobot direct bij de uier te komen."
Ach, wij hadden een ander beeld van de samenwerking tussen natuur en techniek voor ogen. Maar zo gaat dat.

Een bezoek waard!

Nationaal Veeteelt Museum
Dr. Moonsweg 5
5437 BG  Beers

www.nationaalveeteeltmuseum.nl

Plaats een reactie