Het varken als landschapsontwikkelaar

Komt de varkenshoeder terug in de Nederlandse natuur? Het eindsymposium van dit door EL&I gesponsorde netwerkproject was, om met de woorden van Adriaan Antonis te spreken “een bloemlezing van verhalen waar een ieder inspiratie uit kan putten.”

Dat moet ook de conclusie zijn: er zijn veel initiatieven om varkens weer buiten en ook in de natuur te houden. De wet- en regelgeving is niet geënt op deze extensieve, doch op de intensieve veehouderij. Tijdens het project werden nogal wat knelpunten geïdentificeerd, die in de loop der tijd opgeheven zullen moeten worden. In dit eindsymposium werden ze nog eens benoemd.

Nelleke Meersma en Adriaan Antonis van de Ouwendorperhoeve waren de hoofdaanvragers van dit netwerkproject; een initiatief om kennis en inzicht te vergaren of en hoe varkens kunnen bijdragen aan de ontwikkeling van het landschap. Had het in aanvang nog een vraagteken achter de naam, allengs werd duidelijk dat gedomesticeerde, gehoede dieren weldegelijk de natuurwaarde kunnen vergroten.

Nelleke Meersma lichtte als eerste spreker de achtergronden toe en introduceerde Bente: een animatiefilm waarin op klare wijze – in principe aan kinderen, want daar ligt de toekomst – de natuurlijke rol van het varken wordt duidelijk gemaakt.

Landvarkens

Maar er zijn toch wilde zwijnen? Ja. Maar voor die dieren zijn in Nederland in principe beperkte leefgebieden aangewezen. En dan nog: deze dieren ‘doen maar wat’. Het is wild. Met landvarkens, dat zijn robuuste dieren die het jaarrond buiten kunnen leven, kan een hoeder gericht een stuk natuur (bos, maar ook andere gebieden) laten omwoelen en opschonen. Varkens kunnen ongewenste groei wegvreten en dikke lagen verstikkende bosgrond omwoelen, zodat diepliggende zaden weer een kiemkans krijgen.

Corsica als rolmodel

Monica Commandeur (Alterra) vertelde over de historie van de varkens – zijn ze, lang geleden, verantwoordelijk voor de ontbossing in noordelijk Afrika? – en vloog door de Middeleeuwen naar de varkenshouderij op Corsica. Daar lopen varkens in de natuur. Gehoed. Daar worden de dieren op ca. tweejarige leeftijd geslacht (let wel: in de intensieve veehouderij worden ze zes maanden) en de veelal gedroogde vleeswaren als hammen rijpen twee jaar. Dus het duurt vier jaar eer een Corsicaan aan een dier verdient. De varkenshouders streven dus een constante hoge kwaliteit na en gaan langdurige relaties met afnemers aan.

Vak F4

Sjef Meijman, kunstenaar en lid van de PEER Group, die ook boer wil zijn, heeft in 2010 tezamen met Elles Kiers het Varkensjaar georganiseerd. Hij vertelde nu van het project Varkenshuis waarbij de varkens op het voormalig militair complex Donderen lopen.
“We wilden het wetenschappelijk doen,” vertelde hij over de indeling van het terrein in vakken van 20 x 30 meter. Daar hebben we een foto van gemaakt en dat weer nagetekend om later te kunnen zien wat er mee is gebeurd. Op een formaat van 1 x 1 meter werd de vegetatie in kaart gebracht.
“Maar we zijn geen biologen. Mos en hondsdraf herkenden we wel.” Er werd dus een heuse bosbioloog bijgehaald.
Op de foto toont Sjef vak F4, waar toevallig een boompje in staat.) Naar het oordeel van Sjef kan een varken op een hectare goed uit de voeten – in zijn geval: drie varkens op drie hectare.

Muizen concurreren met varkens

Lennart Suselbeek leidt een boeiend onderzoek van Wageningen UR. Varkens eten graag eikels. Dieren zoals muizen en Vlaamse gaaien ook. Eikels die van de boom vallen worden door hen verspreid. In principe gaan de muizen een concurrentie aan met de varkens (wilde zwijnen). Want als de muis alle eikels bij elkaar in een bergplaats in de grond verstopt, zegt het varken ‘hap’ en de hele wintervoorraad is weg. Het onderzoek is nog niet afgerond, maar het blijkt dat bosmuizen die de dreiging van het varken voelen de eikels meer verspreiden en verder weg. Op deze wijze dragen varkens ook indirect bij tot vergroting van de natuurwaarde: de eikels worden verder verspreid en lang niet alle worden door muis of varken teruggevonden.

Botsen met regelgeving

Ineke Eijck, dierenarts, varkensdeskundige, projectleider, interim manager en kunstenares, naast haar schilderij uit twaalf panelen

Varkens in de natuur is natuurlijk hartstikke leuk. Maar de regelgeving in Nederland is daar niet op ingericht. Een simpel voorbeeld: Een varkenshouder moet een UBN (Uniek Bedrijfsnummer) hebben en dat moet gekoppeld zijn aan een adres. Een stuk bos heeft geen adres. Maar ook andere aspecten spelen een rol: Marieke van Lent van Productschap Vee en Vlees lichtte toe dat er na de laatste MKZ-crisis al tien jaar niets meer is gebeurd (afkloppen op hout). Dankzij de stringente regelgeving.

Overdraagbare ziekten

Van haar, maar ook van prof. dr. Frans van Knapen (hoogleraar veterinaire volksgezondheid, faculteit Diergeneeskunde, Universiteit Utrecht) leerden we de vrees voor ziekten die de mens kan opdoen van dieren. Zoönose, heet dat. Juist door de intensieve veehouderij zijn een aantal ziekten verdwenen en door buitendieren te consumeren neemt het risico voor de gezondheid toe. Denken we. Maar is dat zo? Everzwijnen dragen wel allerlei ziekteverwekkers bij zich. Een voorbeeld: Zo is het bekend dat Duitse en Belgische exemplaren bepaalde (voor Nederland nieuwe) ziektes dragen. Het is dus niet de vraag of, maar wanneer deze ook hier voorkomen. Als in de natuur lopende gedomesticeerde varkens in contact komen met wilde zwijnen…. tja, wat dan?

Tijdens de lunch was het goed buiten toeven. Keus uit vleeswaren van Bonte Bentheimers, Berkshire en het Iberico-varken. En schapenkaas van de Ouwendorperhoeve, uiteraard.

Onderzoek / toegevoegde risico?

Niki Kruijsen en Rosanne Leeuwis van de afdeling Diergeneeskunde van de Universiteit Utrecht onderzochten recent de uitwerpselen van varkens die resp. biologisch gehouden zijn, in het landschap lopen en dieren bij hobbyhouders. Veel verschil in de aanwezigheid van parasieten en bacteriën is er niet. Maar het betrof een eerste initiatief; een vrij beperkt, kleinschalig en voorlopig onderzoeksresultaat.

Frans van der Knapen doorliep op luchtige en humoristische wijze een indrukwekkende lijst met allerlei mogelijke ziekteverwekkers voor de mens en de gevolgen – veelal diarree, maar ook erger. Een voorbeeld van frictie met de huidige praktijk:
De parasiet trichinella spiralis komt bij binnenvarkens niet (meer) voor. Wel bij wilde zwijnen. Bij binnenvarkens – en dat zijn thans zo ongeveer alle varkens – wordt daar niet meer op onderzocht. Bij wilde zwijnen is de jager verplicht hierop onderzoek te doen. Als er varkens in de natuur worden gehouden, zou dit vlees ook hierop moeten worden gekeur

Angst is een slechte raadgever. In andere EU-landen komen gehoede varkens in de natuur nog wèl voor: in Bulgarije, in Italië, op Corsica, in de Pyreneeën. Zijn de mensen daar vaker ziek dan in Nederland? luidt onze vraag.
Van Knapen stelde aan het einde van zijn voordracht dat het eigenlijk de enige vraag is: “Wat is het toegevoegde risico door varkens zo [buiten, in de natuur] te houden? Daar weten we geen bal van. Ik heb in mijn voordracht een opsomming gegeven van mogelijke en onmogelijke ziekten en parasieten. Over vijf jaar zullen we het weer moeten bezien.”

Hij raadde aan vers varkensvlees überhaupt minstens drie weken in te vriezen. Sommige ziekteverwekkers zijn na twee dagen dood, andere doen er wat langer over “maar na drie weken ben je van alles af.”

Varkensfluisteraar

Miriam van Straaten, van SZH lichtte het project ZeldzaamLEKKER toe – we verwijzen hier graag naar de website -, Henri Kerkdijk-Otten van Stichting Taurus, een club die zich inzet voor natuurlijke natuurontwikkeling, belichtte welke varkens zijns inziens daarvoor geschikt zijn en de dag werd besloten door de varkensfluisteraar, zoals dagleider Onno van Eijk hem noemde: Kees Scheepens, de dierenarts die de boekenreeks Varkenssignalen schreef en het over een andere boeg heeft gegooid en nu vooral ook boer is.


Hij vertelde over zijn initiatieven voor mens- en diervriendelijke veehouderij (zijn Berkshire varkens kennen een gemiddelde van 5,6 levend geboren biggen per worp, terwijl in de intensieve veehouderij 16 gangbaar is).
Scheepens en zijn bedrijf vormen onderdeel van de samenleving. In zijn geval de Brabantse samenleving. Heel bewust kiest hij samenwerking met lokale/regionale vakmensen en organisaties.

Fraai boek – dat wil ik ook!

Het varken als landschapsontwikkelaar 5.jpg

Van dit project, van dit eindsymposium is een fraai boek verschenen met een breed scala aan inleidingen. Van de sprekers van deze dag, maar ook van anderen: zoals het verhaal Als alles eens op zijn plaats valt.

Wilt u dit boek ook? Neem dan contact op met Nelleke of Adriaan via de website van Ouwendorperhoeve.

Plaats een reactie