Rainbow Sweet Inca – suikermaïs met een verhaal

Een feestje om te eten, deze zaadvaste, kleurige suikermaïs. Rainbow (Sweet) Inca is in de zeventiger jaren van de vorige eeuw ontwikkeld en wordt thans tot de categorie vergeten groenten gerekend.

Dit feestje willen we delen. Eind 2014 – begin 2015 zal zaad in onze webwinkel beschikbaar zijn.

Andere jaren teelden we Stowell’s Evergreen met succes. Dit jaar kregen we via GardenOrganic’s Heritage Seed Library de suikermaïs Rainbow Sweet Inca – soms staat het ‘sweet’ niet in de naam.

Rainbow Sweet Inca - 3 lang

De eigenzinnige dr Alan Kapuler is de vader van deze maïssoort. Het is een fascinerende kruising tussen de Peruviaanse choclo/chokelo met grote witte platte zaden en legio veelkleurige maïs die in het zuidwesten van de Verenigde Staten voorkomt.

De ongeveer 20 cm lange kolven worden sterker van kleur naarmate ze ouder worden. Als de kleuren nog wat bleker zijn, zijn ze zoeter. Kook ze of rooster ze op de barbecue.  Als ze nog ouder worden drogen ze al wat in. Oogst ze, maak ze los van de kolf en gebruik het droge zaad voor bijv. maïsmeel of bewaar het voor het volgende seizoen.

Rainbow Sweet Inca - 1

Rainbow Sweet Inca - 2


Hoe de soort ontstond

Rainbow Sweet Inca is niet uit een van te voren gepland kruisings- en  selectieproces voortgekomen. Alan Kapuler leefde in die tijd in een commune in zuidelijk Oregon en teelde groenten.

Rainbow Sweet Inca is het levende bewijs dat we geen gentech suikermaïs nodig hebbenWe citeren (vertaald) kweekster Carol Deppe, die het ontstaan van deze soort heeft meegemaakt:
“Het begon als een spirituele handeling, een ceremonie. Alan had verschillende soorten maïs geteeld en uit die van het vorige jaar had zijn twaalf favorieten gekozen. De kolven hadden allemaal verschillend en hadden verschillende kleuren – maïs voor meel, oude Indiaanse soorten, et cetera. Het haalde de korrels los van de kolven en zaaide ze, soort bij soort, een voor een in rijen. En als het zaad (de maïskorrels) van een soort op was, ging hij in die rij verder met een andere soort. Alle maïs stond op een akker. En omdat er een mol tekeer ging, herplantte Alan de kleine maïsplanten her en der op de akker. Door elkaar. Dit betekende dat allerlei soorten kruisingen konden ontstaan. Ook tussen vroege en late variëteiten. Alan dacht er toentertijd nog niet zo over na. Het gebeurde gewoon. Één van de maïssoorten die Alan had gezaaid was een soort voor meel, van de Inca’s. Kolven met grote witte zaden en wel drie-en-een-halve meter hoog. Toen Alan deze kolven oogstte waren ze bijzonder fraai en er waren een of twee gekleurde korrels in elke kolf. Dat gaf aan dat er sprake was van kruising met een andere soort in de akker. Er waren gele, rode, paarse, blauwe, gestreepte, gespikkelde korrels op de diverse kolven. Alan selecteerde deze kleurige maïskorrels en zaaide ze het volgende jaar.
Rainbow Sweet Inca - alan kapuler 1Bij de daarop volgende oogst hadden sommige kolven gerimpelde korrels. Dat wijst op zoete(re) soorten. De genen die geassocieerd worden met zoete soorten zijn recessief, dus in de originele kruising waren ze niet te zien in de kolven van de moederplanten die van de Inca meelsoort waren.
Er waren ongeveer veertig rimpelige korrels dat tweede jaar. Allemaal zoet en gekleurd.

Alan selecteerde grote rimpelige platte korrels en plantte ze. In de volgende jaren bleef hij de oogst selecteren voor grote platte veelkleurige korrels. En hij lette ook op de hoogte van de plant, liever 2,40 meter dan 3,60 meter. En hij selecteerde op kolven die lager op de plant zaten. Die zijn niet alleen makkelijker te plukken, maar vaak ook groter.

Rainbow Sweet Inca is en blijft een van de meest ongewone maïssoortenRainbow Sweet Inca bestaat dus uit een originele Inca meel-maïs en een grote variëteit aan andere soorten. De korrels zijn veelkleurig en groter dan van de gebruikelijke suikermaïssoorten. De planten zijn 2,40 hoog en laat rijp. En zeer geschikt voor koeler weer, want in die omgeving (Oregon) is deze soort geselecteerd.

Alan realiseerde zich niet dat ie iets bijzonders had ontwikkeld totdat hij het zaad via Seed Savers Exchange aanbood en enthousiaste reacties kreeg. Het is excellent, ongewoon, onvergelijkbaar met iets anders, zeiden ze. Rainbow Sweet Inca is en blijft een van de meest ongewone maïssoorten.”

Wie is Alan Kapuler

Rainbow Sweet Inca - alan kapuler 2Het was de tijd van Flower Power. Dr Alan Kapuler had ook andere dingen kunnen doen in zijn leven, maar hij stortte zich op planten en paddestoelen. In 1962 studeerde hij al op 19-jarige leeftijd af op Yale University en promoveerde in aan Rockefeller Univeristy in New York in moleculaire biologie. Eigenlijk klaargestoomd om te gaan knutselen in de genetica, zag hij het licht en werd biologische boer in Oregon. En wat deed hem het licht zien?

“Bobb Dylan zong: ‘How many times can a man turn his head and pretend that he just doesn’t see?’ En zo gebeurde het. Ik was nauw betrokken bij genetische manipulatie. Dat liet ik achter mij en sloot me aan bij de vredesbeweging.”

Kapuler was mede-oprichter van Seeds of Change en heeft thans zijn eigen, minder commerciële, Peace Seeds.

 

 

Gebruikte bronnen o.a. Sowing the Seeds of Change: Meet Dr. Alan “Mushroom” Kapuler en citaat van Carol Deppe komt uit Gardening for the Future of the Earth, van Howard-Yana Shapiro en John Harrison, januari 2000

 

 

 

Plaats een reactie